GR 52 A Balcon du Mercantour
De route loopt van Col du Tende tot Colmar les Alpes
De route loopt van Col du Tende tot Colmar les Alpes
Je kan deze route lopen in 16 dagen.
De route heet officieel Panoramic du Mercantour en loopt nèt buiten het nationale park van de Mercantour.
Dat geeft de mogelijkheid om de hond mee te nemen. Het pad is ongeveer 250 km lang, loopt niet noord-zuid, maar oost-west en op lagere hoogten als de GR 5 en de GR52. Dat wil niet zeggen dat het pad gemakkelijker is.
Wat zijn de moeilijkheden?
*Het pad loopt lager op de berghelling en daar is het warmer.
*Het is er droger, dus weinig water onderweg, terwijl je door de hogere temperatuur meer dorst hebt.
*De paden zijn niet zo goed onderhouden – hij wordt minder intensief belopen als de GR5– dus sommige paden zijn redelijk dicht gegroeid en er zijn hier en daar ingestorte hellingen, waardoor sommige passages heel moeilijk worden.
*Je passeert relatief veel dorpjes, maar helaas vaak zonder voorzieningen, dus neem voldoende noodvoer mee.
*Alle paden volgen de bergflanken, dal in en dal uit, naar beneden naar het beekje en daarna weer naar boven. Je vergist je dus verschrikkelijk in de afstanden, die in het boek veel korter lijken.
De route heet officieel Panoramic du Mercantour en loopt nèt buiten het nationale park van de Mercantour.
Dat geeft de mogelijkheid om de hond mee te nemen. Het pad is ongeveer 250 km lang, loopt niet noord-zuid, maar oost-west en op lagere hoogten als de GR 5 en de GR52. Dat wil niet zeggen dat het pad gemakkelijker is.
Wat zijn de moeilijkheden?
*Het pad loopt lager op de berghelling en daar is het warmer.
*Het is er droger, dus weinig water onderweg, terwijl je door de hogere temperatuur meer dorst hebt.
*De paden zijn niet zo goed onderhouden – hij wordt minder intensief belopen als de GR5– dus sommige paden zijn redelijk dicht gegroeid en er zijn hier en daar ingestorte hellingen, waardoor sommige passages heel moeilijk worden.
*Je passeert relatief veel dorpjes, maar helaas vaak zonder voorzieningen, dus neem voldoende noodvoer mee.
*Alle paden volgen de bergflanken, dal in en dal uit, naar beneden naar het beekje en daarna weer naar boven. Je vergist je dus verschrikkelijk in de afstanden, die in het boek veel korter lijken.
Wij hebben het pad gelopen met een Schotse collie en hij liep goed. Ook op richeltjes, blokkenvelden en ingestorte hellingen. Hij had alleen last van de hitte.
Als je met een hond gaat lopen pas dan op voor patous – de grote witte protectiehonden die bij de schaapskuddes lopen – ze kunnen je hond aanvallen en bijten. Loop altijd van de kudde af en houd je hond kort aangelijnd bij je. Jaag de patou weg met je loopstokken.
WATER
Neem extra water mee voor de hond, weinig waterstroompjes onderweg. We hadden 1 literfles met water voor de hond bij ons. Waar mogelijk vulden we steeds bij.
Zelf hadden we ieder twee Siggflessen van 1 liter bij ons. Omdat het zo heet was dronken we soms 5 liter water op een dag....
Ik geef per dag de waterpunten aan in het eerste deel, dat zo gortdroog was.
Ik ga er wel van uit dat je een waterzuiveraar bij je hebt, anders is het niet overal 100% gegarandeerd goed drinkwater. Wij hebben al jaren een MSR waterzuiveraar bij ons en die bevalt heel goed.
Je moet soms wild kamperen, want honden mogen niet in een gîte. Een uitzondering is de gîte op Col de Couillole. Alle campings en hotels gaan prima met de hond.
De route is heel fraai, maar beduidend anders dan in het hooggebergte. Veel bos en zeer fraaie
Middeleeuwse stadjes. Het is zeker een aanrader. Het is geen kinderachtig pad.
Wij hebben 2 x van hoog naar laag gelopen, waarbij Sospel als laagste punt werd beschouwd.
Dus 1 x van Col de Tende naar Sospel en de volgende keer van Colmars les Alpes naar Sospel.
Vanaf Colmars les Alpes zijn de 2e en 3e dag moeilijk alsmede het ravijn tussen Roubion en Roure.
Dit komt door ingestorte hellingen. Lees hierover in ons verslag.
Het openbaar vervoer in dit deel van Frankrijk is goed en niet duur, maar wel schaars.
Meestal 1 x 's morgens, 1 x tussen de middag en 1 x aan het eind van de dag.
De bussen kosten maar één euro per rit, ook al zit je 2 uur in de bus. Verder heb je de train de Merveilles naar Tende en train des Pignes naar Colmars les Alpes. Af en toe rijden ze over zeer spectaculaire trajecten, soms helaas door tunnels.
Zie voor de dienstregelingen op het internet: bus van Lignes d'Azur www.cg06.fr voor bus 730 en bus 740.
Dienstregelingen Train des Pignes www.trainprovence.com
Dienstregelingen Train des Merveilles www.maligne-ter.com/nice-tende
Als je met een hond gaat lopen pas dan op voor patous – de grote witte protectiehonden die bij de schaapskuddes lopen – ze kunnen je hond aanvallen en bijten. Loop altijd van de kudde af en houd je hond kort aangelijnd bij je. Jaag de patou weg met je loopstokken.
WATER
Neem extra water mee voor de hond, weinig waterstroompjes onderweg. We hadden 1 literfles met water voor de hond bij ons. Waar mogelijk vulden we steeds bij.
Zelf hadden we ieder twee Siggflessen van 1 liter bij ons. Omdat het zo heet was dronken we soms 5 liter water op een dag....
Ik geef per dag de waterpunten aan in het eerste deel, dat zo gortdroog was.
Ik ga er wel van uit dat je een waterzuiveraar bij je hebt, anders is het niet overal 100% gegarandeerd goed drinkwater. Wij hebben al jaren een MSR waterzuiveraar bij ons en die bevalt heel goed.
Je moet soms wild kamperen, want honden mogen niet in een gîte. Een uitzondering is de gîte op Col de Couillole. Alle campings en hotels gaan prima met de hond.
De route is heel fraai, maar beduidend anders dan in het hooggebergte. Veel bos en zeer fraaie
Middeleeuwse stadjes. Het is zeker een aanrader. Het is geen kinderachtig pad.
Wij hebben 2 x van hoog naar laag gelopen, waarbij Sospel als laagste punt werd beschouwd.
Dus 1 x van Col de Tende naar Sospel en de volgende keer van Colmars les Alpes naar Sospel.
Vanaf Colmars les Alpes zijn de 2e en 3e dag moeilijk alsmede het ravijn tussen Roubion en Roure.
Dit komt door ingestorte hellingen. Lees hierover in ons verslag.
Het openbaar vervoer in dit deel van Frankrijk is goed en niet duur, maar wel schaars.
Meestal 1 x 's morgens, 1 x tussen de middag en 1 x aan het eind van de dag.
De bussen kosten maar één euro per rit, ook al zit je 2 uur in de bus. Verder heb je de train de Merveilles naar Tende en train des Pignes naar Colmars les Alpes. Af en toe rijden ze over zeer spectaculaire trajecten, soms helaas door tunnels.
Zie voor de dienstregelingen op het internet: bus van Lignes d'Azur www.cg06.fr voor bus 730 en bus 740.
Dienstregelingen Train des Pignes www.trainprovence.com
Dienstregelingen Train des Merveilles www.maligne-ter.com/nice-tende
De GR 52 A in 3 delen van 5 dagen
Vievola – Col de Tende – Sospel 16-6-2012 tot en met 21-6-2012
Colmars les Alpes – St. Sauveur sur Tinée 23-6-2012 tot en met 27-6-2012
Colmiane (St. Dalmas de Valdeblore) – Sospel 22-7-2012 tot en met 26-7-2012
Op de nieuwe IGN kaarten staan nummers. Deze zijn bedoeld voor de mensen die met een GPS lopen. Wij doen nog steeds zonder. Maar die nummers staan ook op de wegwijzers. Deze nummers gebruik ik om uit te leggen waar de watertappunten zijn, in het eerste deel.
Attentie: eind september/begin oktober 2020 zijn er verschrikkelijke overstromingen geweest in de dalen
van Tende, Vésubie en Tinée. Verifieer op de websites en/of bij de VVV's (Syndicat d'Initiatieve) hoe de
situatie is als je wilt gaan lopen. Wegen en bruggen herstellen e.d. kan even duren in Frankrijk. Dit geldt ook voor sommige campings, die weggespoeld kunnen zijn. Het water in de Vésubie kwam 8 m omhoog. Ook in de Tinée kunnen delen van het dorp zijn weggespoeld.
De route deel I
Vrijdag, 15 juni, 2012
We zitten op een prima camping in Breil sur Roya en we hebben al treinkaartjes gekocht voor de train de Merveilles tot Vievola morgenochtend. Het station ligt hier een goede 5 minuten lopen vandaan. Het is mooi weer en we kijken aan alle kanten op steile bergen. Ze hebben hier naast de camping ook een fraai gemeente zwembad.
Zaterdag, 16 juni, 2012 Breil sur Roya - Vievola - Col de Tende - Baisse de Laguna.
Watertappen: 1 km na punt 338, het enige waterstroompje op dit traject.
Vroeg op. We zijn niet de enigen. Er zijn meerdere vroege vogels op deze camping. Het is wederom prachtig weer en al warm. Onze trein gaat pas om 8.45 uur. Het alternatief was 6.00 uur. Tja, dat is wel erg vroeg.
De trein komt een kwartiertje te laat en het is ontzettend oude meuk uit Italië. Minstens 75 jaar oud.
Hij kreunt en beukt vooruit. Het is een prachtig traject, voor zover hij niet in de tunnel zit, want dan zie je helemaal niets. Ruim na 9.30 uur komen we zowaar aan in Vievola.
Nu moeten we eerst ruim anderhalve kilometer langs de weg lopen. Doodeng met die racende Italianen op de motor, die denken dat ze op een race circuit zitten met hun knie aan de grond door de bochten. Compleet gestoord zijn ze. Maar het is weekend en dan komen de Italianen racen.
Het is al behoorlijk warm. Gelukkig komt er een parallel pad in zicht en slaan we af. Het was ooit de oude weg.
Nu zit er een boer, met zijn boerderij zowat op de weg met maar liefst zeven honden. Hoe komen we er langs? Gelukkig zit de helft aan de ketting en de boerin roept de anderen terug, zodat we er langs kunnen met onze Coco. Bij de haarspeldbochten is de weg afgezet i.v.m. de nationale kampioenschappen skateboard racen.
Wij lopen er toch maar tussendoor, hoe moeten wij anders?? Iedereen zit hier in tentjes langs de weg. Ze zijn allemaal heel aardig en vinden het gelukkig niet erg dat we er voorzichtig langslopen.
Daarna moeten we weer over drie bochten langs de drukke weg met o.a. de Italiaanse motorrijders.
In de bocht, waar ze allemaal in de rij staan voor de Tende tunnel, zwaaien wij linksaf over de oude weg naar de pas. Het is inmiddels bloedheet, maar lekker rustig en we moeten 46 haarspelden naar boven lopen. Een hele kluif. In totaal 1000 m omhoog over 10 km. Het is flink steil. Soms heb je afsnijertjes en die zijn nòg steiler.
Het smalle asfaltweggetje is inmiddels gruispad geworden. Een aantal mountainbikers en een enkel 4 x 4 jeepje passeert ons. We komen nog een schaapskudde tegen met drie patous. Lieve help. Koos gaat met Coco helemaal de andere kant op in het veld en het lukt hem. De patous hebben Coco niet in de gaten. Gelukkig maar, anders hadden we niet verder gekund.
Uiteindelijk zijn we pas om 3 uur bij het Fort Central en we zijn keikapot. Het zal wel van de warmte komen. Ook een grote rugzak helpt niet mee op een steil pad naar boven. Misschien zijn we nog niet zo in vorm. Het is pas de eerste dag...
Richting de Mont Bego ( zie GR 52) verzamelen zich zwarte onweerswolken. We moeten nu geen onweer hebben boven op de graat. Dat is niet fijn. We gaan maar eens flink doorlopen op een plat steenslag pad. Richting Fort Tabourde komen we goddank nog een waterstroompje tegen, waar Coco volop kan drinken en Koos met de waterzuiveraar onze flessen weer kan voorzien van veilig drinkwater. Fijn idee, alle flessen weer vol. Nu kunnen we straks ons noodvoer koken. We stoppen op Baisse de Lagouna op 1677 m. Mooi grasveldje, mooi uitzicht. Helaas geen waterstroompje, dus wassen zit er niet aan. Jammer dan. We gaan nu echt niet verder. We zijn bekaf. We zitten heerlijk in de zon te genieten van het fraaie uitzicht. De zwarte wolken lossen langzaam op. Gelukkig geen onweer. Ik ga de tent opzetten, pal naast het GR pad. Verdorie, wat een muggen. We worden letterlijk opgevreten van de muggen.
Richting de Mont Bego ( zie GR 52) verzamelen zich zwarte onweerswolken. We moeten nu geen onweer hebben boven op de graat. Dat is niet fijn. We gaan maar eens flink doorlopen op een plat steenslag pad. Richting Fort Tabourde komen we goddank nog een waterstroompje tegen, waar Coco volop kan drinken en Koos met de waterzuiveraar onze flessen weer kan voorzien van veilig drinkwater. Fijn idee, alle flessen weer vol. Nu kunnen we straks ons noodvoer koken. We stoppen op Baisse de Lagouna op 1677 m. Mooi grasveldje, mooi uitzicht. Helaas geen waterstroompje, dus wassen zit er niet aan. Jammer dan. We gaan nu echt niet verder. We zijn bekaf. We zitten heerlijk in de zon te genieten van het fraaie uitzicht. De zwarte wolken lossen langzaam op. Gelukkig geen onweer. Ik ga de tent opzetten, pal naast het GR pad. Verdorie, wat een muggen. We worden letterlijk opgevreten van de muggen.
Gauw eten klaarmaken en dan roef de tent in. Zo'n idyllisch plekje en dan wolken muggen. Wat zonde. Lekker
languit in het gras liggen zou fijn zijn. Mijn benen hebben inmiddels een eigen berglandschap.
Wat een ellende met die snert muggen. Om 20.00 uur zitten we al in de tent en het is nog helemaal niet donker buiten. Pech gehad, morgen beter.
Zondag, 17 juni, 2012 Baisse de Laguna - Tende - La Brigue en verder
Watertappen: bij nr. 328 - waterbron in bak, in Tende, in La Brigue
Oh, wat mooi!!!! We worden wakker met het geluid van baltsende korhoenders.!!! Prachtig.
Dit zou een zeldzaamheid zijn in Nederland. Ze zitten vermoedelijk op een veldje aan de bosrand,
zo'n 20 m van onze tent. We durven niet de tent uit om te gaan kijken. Misschien verstoren we ze dan voor altijd.
Dat willen wij niet op ons geweten hebben.
Na een half uurtje houdt het op en durven we de tent open te ritsen. Het is prachtig weer. Staalblauwe lucht en geen wolkje te zien. Maar we zijn rap weer in de tent. Wolken muggen. Je wordt er gek van. Jammer. Het wassen is behelpen met vochtige doekjes. Zonder water kan je niet veel. Gauw even buiten de tent wat water koken voor de koffie en dan
in de tent eten, vervolgens snel inpakken en wegwezen.
languit in het gras liggen zou fijn zijn. Mijn benen hebben inmiddels een eigen berglandschap.
Wat een ellende met die snert muggen. Om 20.00 uur zitten we al in de tent en het is nog helemaal niet donker buiten. Pech gehad, morgen beter.
Zondag, 17 juni, 2012 Baisse de Laguna - Tende - La Brigue en verder
Watertappen: bij nr. 328 - waterbron in bak, in Tende, in La Brigue
Oh, wat mooi!!!! We worden wakker met het geluid van baltsende korhoenders.!!! Prachtig.
Dit zou een zeldzaamheid zijn in Nederland. Ze zitten vermoedelijk op een veldje aan de bosrand,
zo'n 20 m van onze tent. We durven niet de tent uit om te gaan kijken. Misschien verstoren we ze dan voor altijd.
Dat willen wij niet op ons geweten hebben.
Na een half uurtje houdt het op en durven we de tent open te ritsen. Het is prachtig weer. Staalblauwe lucht en geen wolkje te zien. Maar we zijn rap weer in de tent. Wolken muggen. Je wordt er gek van. Jammer. Het wassen is behelpen met vochtige doekjes. Zonder water kan je niet veel. Gauw even buiten de tent wat water koken voor de koffie en dan
in de tent eten, vervolgens snel inpakken en wegwezen.
We lopen alweer om 7.45 uur. Het is nog lekker fris en we lopen over een prachtig hellingpad door het bos.
Daarna volgt een steil pad naar beneden met rolkeien. Goed oppassen. Vooral met zo'n grote rugzak op kan je gemeen doorrollen en je benen breken. Het wordt alweer heet. Zeker weer boven de 30 graden.
Nèt voor Tende bij balisage (wegwijzer) 328 - granges de Taillapan - hoort Koos water ergens naar rechts. Het GR-pad loopt naar links. Koos slaat af naar rechts en 25 m verder is een bron met een grote waterbak. Heerlijk koel helder water! Wat een geluk! Wa fijn. We kunnen ons wassen, tanden poetsen en de bidons vullen. Coco lebbert 2 bakjes water leeg. Zo, nu kunnen we weer fatsoenlijk naar de bewoonde wereld.
Daarna volgt een steil pad naar beneden met rolkeien. Goed oppassen. Vooral met zo'n grote rugzak op kan je gemeen doorrollen en je benen breken. Het wordt alweer heet. Zeker weer boven de 30 graden.
Nèt voor Tende bij balisage (wegwijzer) 328 - granges de Taillapan - hoort Koos water ergens naar rechts. Het GR-pad loopt naar links. Koos slaat af naar rechts en 25 m verder is een bron met een grote waterbak. Heerlijk koel helder water! Wat een geluk! Wa fijn. We kunnen ons wassen, tanden poetsen en de bidons vullen. Coco lebbert 2 bakjes water leeg. Zo, nu kunnen we weer fatsoenlijk naar de bewoonde wereld.
Om half elf lopen we Tende in. Onder het spoor door en rechtuit de bar in. Naast de bar is een klein poortje en daar heeft Madame Marie een leuk overdekt terras met jeu de boules baan. We nemen een lekker ijsje en een cola. We komen weer helemaal bij. Na de bar lopen we even langs de bakker voor een brood en dan op naar
La Brigue. Tende zelf is zeer de moeite waard om te bezichtigen. Mooi middeleeuws, maar we hadden het al uitgebreid bezocht vóór dat we aan de GR begonnen. Zonder rugzak is zoiets wat handiger.
La Brigue. Tende zelf is zeer de moeite waard om te bezichtigen. Mooi middeleeuws, maar we hadden het al uitgebreid bezocht vóór dat we aan de GR begonnen. Zonder rugzak is zoiets wat handiger.
Naar La Brigue loop je eerst over een aardig paadje aan de rechterkant van riviertje de Roya. Dan over een zeer fraai gerestaureerde Romeinse brug en vervolgens een saaie bosweg omhoog naar Col de Loubaira. Terwijl we even rusten, passeren nog twee wandelaars. Canadezen. Later, op het pad naar beneden passeren wij ze weer.
Het is een oud ezelpad uit de Romeinse tijd, hotsknots geplaveid met keien. Het is bloedheet. Tegen de 40 graden. Koos en Coco lopen vooruit. Ik doe voorzichtig aan. Het is altijd uitkijken op zo´n pad. Plotseling struikel ik en val voorover. Eerst op mijn knie, dan wordt ik gelanceerd door mijn zware rugzak, klap op mijn hoofd en kom met
een rare smak op mijn rug terecht, dwars op het pad, met mijn hoofd over de rand naar beneden. Geheel geblokkeerd kan ik geen kant meer op. Ik zit vast met mijn rugzak, fototoestel en kaartenmapje. Ingesnoerd als het ware. Roepen helpt me niet. Koos en Coco zijn te ver weg.
Gelukkig komen de Canadese wandelaars er aan. Ze helpen me overeind en de vrouw loopt door om Koos te zoeken. De man giet wat koud water uit een flesje over de wond op mijn knie en zo spoelen de steentjes eruit. De knie is goed bebloed, maar mijn hoofd valt mee. Het zweetbandje heeft me behoed voor een hoofdwond. Langzaam hobbel ik naar beneden naar La Brigue. Bij het eerste hotel rechts over een oude Romeinse brug gaan we eten.
De mensen zijn heel aardig en we zijn welkom, ondanks de hond en onze bezwete lijven. Om 13.45 uur kunnen we nog nèt aanschuiven. We hebben een heerlijk menu met salade, forel, frietjes en ijs toe. Het is al het tweede ijsje van vandaag. Coco komt weer helemaal bij en wij ook. Ik krijg een grote pleister over mijn knie, die klopt, veegt en zuigt. Hij is behoorlijk gezwollen, maar dat gaat wel over. Ik heb niets gebroken en geen hersenschudding dus we gaan
door met de GR. Om drie uur verlaten we pas het restaurant en gaan we moeizaam in de verzengende hitte de helling op richting Baisse de Paluna. Maar die halen we lang niet. Ik heb veel pijn en ik strompel min of meer vooruit. Ik wordt helemaal bevangen door de hitte. Nog vóór de Baisse de Riodoré is mijn energie op en zoeken we een plat plaatsje voor de tent. Weer nergens water, maar wel een mooi uitzicht op de bergen. Geen muggen, dit keer, maar wel van die kleine zwarte bijtmieren. Tja, je zit in de natuur, dus niet zeuren. We hebben maar 14 km gedaan vandaag. Het was
tè heet.
Maandag, 18 juni, 2012 Baisse de Riodoré - Saorge
Watertappen: bij punt 245. 3 km na Baisse de Géréon, daar staat een citerne en nog 1 km verder is
een waterval en in Saorge.
Mijn knie ziet er al wat beter uit vandaag, Wèl pijnlijk, maar hij is bijna dicht. Er zitten steeds vliegen op.
Het is weer mooi weer vandaag. Staal blauwe lucht en er staat een klein briesje. Het is wel warm. We lopen om
7.45 uur verder de helling op. We zijn helaas ongewassen. We moeten heel zuinig zijn met water. Zelfs koffie zat er niet aan vanmorgen.
Bij Baisse d'Arpèse zitten we even in een koel bos met een windje. Heerlijk. Er liggen nog een paar plassen water, waar Coco uit kan drinken. Ook voor hem hadden we niets meer. Bij Baisse de la Paluna ligt aan de kant van de weg bij een kruising van zandwegen, een klein plasje water waar drup, drup wat uit de helling sijpelt. Koos kan hier moeizaam water zuiveren voor onze drinkflessen. Zonder MSR waterzuiveraar ben je toch nergens hier. Wel oppassen dat de
filter niet verstopt raakt met modder en blaadjes.
Met alle flessen weer vol kunnen we voorlopig verder. De GR 52 A loopt toch wel door een verschrikkelijk droog gebied. Het is pas juni. Misschien hadden we in mei moeten lopen?
Het is een oud ezelpad uit de Romeinse tijd, hotsknots geplaveid met keien. Het is bloedheet. Tegen de 40 graden. Koos en Coco lopen vooruit. Ik doe voorzichtig aan. Het is altijd uitkijken op zo´n pad. Plotseling struikel ik en val voorover. Eerst op mijn knie, dan wordt ik gelanceerd door mijn zware rugzak, klap op mijn hoofd en kom met
een rare smak op mijn rug terecht, dwars op het pad, met mijn hoofd over de rand naar beneden. Geheel geblokkeerd kan ik geen kant meer op. Ik zit vast met mijn rugzak, fototoestel en kaartenmapje. Ingesnoerd als het ware. Roepen helpt me niet. Koos en Coco zijn te ver weg.
Gelukkig komen de Canadese wandelaars er aan. Ze helpen me overeind en de vrouw loopt door om Koos te zoeken. De man giet wat koud water uit een flesje over de wond op mijn knie en zo spoelen de steentjes eruit. De knie is goed bebloed, maar mijn hoofd valt mee. Het zweetbandje heeft me behoed voor een hoofdwond. Langzaam hobbel ik naar beneden naar La Brigue. Bij het eerste hotel rechts over een oude Romeinse brug gaan we eten.
De mensen zijn heel aardig en we zijn welkom, ondanks de hond en onze bezwete lijven. Om 13.45 uur kunnen we nog nèt aanschuiven. We hebben een heerlijk menu met salade, forel, frietjes en ijs toe. Het is al het tweede ijsje van vandaag. Coco komt weer helemaal bij en wij ook. Ik krijg een grote pleister over mijn knie, die klopt, veegt en zuigt. Hij is behoorlijk gezwollen, maar dat gaat wel over. Ik heb niets gebroken en geen hersenschudding dus we gaan
door met de GR. Om drie uur verlaten we pas het restaurant en gaan we moeizaam in de verzengende hitte de helling op richting Baisse de Paluna. Maar die halen we lang niet. Ik heb veel pijn en ik strompel min of meer vooruit. Ik wordt helemaal bevangen door de hitte. Nog vóór de Baisse de Riodoré is mijn energie op en zoeken we een plat plaatsje voor de tent. Weer nergens water, maar wel een mooi uitzicht op de bergen. Geen muggen, dit keer, maar wel van die kleine zwarte bijtmieren. Tja, je zit in de natuur, dus niet zeuren. We hebben maar 14 km gedaan vandaag. Het was
tè heet.
Maandag, 18 juni, 2012 Baisse de Riodoré - Saorge
Watertappen: bij punt 245. 3 km na Baisse de Géréon, daar staat een citerne en nog 1 km verder is
een waterval en in Saorge.
Mijn knie ziet er al wat beter uit vandaag, Wèl pijnlijk, maar hij is bijna dicht. Er zitten steeds vliegen op.
Het is weer mooi weer vandaag. Staal blauwe lucht en er staat een klein briesje. Het is wel warm. We lopen om
7.45 uur verder de helling op. We zijn helaas ongewassen. We moeten heel zuinig zijn met water. Zelfs koffie zat er niet aan vanmorgen.
Bij Baisse d'Arpèse zitten we even in een koel bos met een windje. Heerlijk. Er liggen nog een paar plassen water, waar Coco uit kan drinken. Ook voor hem hadden we niets meer. Bij Baisse de la Paluna ligt aan de kant van de weg bij een kruising van zandwegen, een klein plasje water waar drup, drup wat uit de helling sijpelt. Koos kan hier moeizaam water zuiveren voor onze drinkflessen. Zonder MSR waterzuiveraar ben je toch nergens hier. Wel oppassen dat de
filter niet verstopt raakt met modder en blaadjes.
Met alle flessen weer vol kunnen we voorlopig verder. De GR 52 A loopt toch wel door een verschrikkelijk droog gebied. Het is pas juni. Misschien hadden we in mei moeten lopen?
We lopen over een breed militair pad, waar je even flink kilometers kan maken. Het loopt door het bos met veel welkome schaduw. Op Baisse de Géréon is een kapelletje en een picknickplaats, maar helaas geen spoor van water. Na ongeveer 2,5 kilometer lopen we langs een citerne en een bron. Een beetje moeilijk bereikbaar, maar
we kunnen toch heerlijk koel water tappen recht uit de berg. Veel drinken en alle flessen weer volgieten. Hup, daar gaan we weer. 500 m verder is zelfs een stroompje met een waterval. Hier kunnen we ons wassen en tandenpoetsen. Heerlijk opgefrist gaan we weer verder. Onze Coco ook.
Bij Baisse de Lugo staat een hutje met twee mannen en twee bordercollies. Ze vertellen dat de schaapskudde verderop graast en er zijn patous bij. Hè, vervelend. We moeten oppassen. Tegelijkertijd komen er nog twee GR wandelaars aan. Ze komen uit Normandië en zijn in Tende begonnen. Ze willen de GR 52 A lopen tot Col de Turini en gaan dan via de GR 52 naar Vallée de Merveilles terug naar Tende. Ze lopen met een kleine rugzak van refuge/gîte naar gîte. Zo doen de Fransen dat wel meer. Voor ons geen optie met de hond.
We komen aan op een heel steil pad. Bijna handen en voetenwerk. Het pad is helemaal kapotgelopen door de schapen. Hier loopt de kudde in een bijna loodrecht bos met een patou. Een ongelukkiger plaats kan je niet bedenken. Koos moet Coco aan de riem houden en zonder stokken omhoog klauteren. Ik kom niet zo snel
omhoog en loop achter, met de patou pal achter mij. Bange momenten. Ik ben gek op honden, maar bang voor patous. Eindelijk kom ik boven op Baisse d'Anan - 1555 m - wàt een gemene bult.
Hier is nòg een kudde met een patou. De zielepoot, hij ziet er heel verwaarloosd uit en hij heeft jongen gehad. Gelukkig blijft Coco strak naast Koos lopen en negeert de patou. Na een tijdje druipt de patou af.
Eindelijk kunnen we een eindje verder picknicken. De afdaling gaat heel steil door een diep gat, waarvan je denkt: hier kan onmogelijk een pad lopen. Daarna gaat het verder op open hellingen zonder schaduw. Het is
40 graden. Puf, puf. Om 18.00 uur komen we in Saorge.
we kunnen toch heerlijk koel water tappen recht uit de berg. Veel drinken en alle flessen weer volgieten. Hup, daar gaan we weer. 500 m verder is zelfs een stroompje met een waterval. Hier kunnen we ons wassen en tandenpoetsen. Heerlijk opgefrist gaan we weer verder. Onze Coco ook.
Bij Baisse de Lugo staat een hutje met twee mannen en twee bordercollies. Ze vertellen dat de schaapskudde verderop graast en er zijn patous bij. Hè, vervelend. We moeten oppassen. Tegelijkertijd komen er nog twee GR wandelaars aan. Ze komen uit Normandië en zijn in Tende begonnen. Ze willen de GR 52 A lopen tot Col de Turini en gaan dan via de GR 52 naar Vallée de Merveilles terug naar Tende. Ze lopen met een kleine rugzak van refuge/gîte naar gîte. Zo doen de Fransen dat wel meer. Voor ons geen optie met de hond.
We komen aan op een heel steil pad. Bijna handen en voetenwerk. Het pad is helemaal kapotgelopen door de schapen. Hier loopt de kudde in een bijna loodrecht bos met een patou. Een ongelukkiger plaats kan je niet bedenken. Koos moet Coco aan de riem houden en zonder stokken omhoog klauteren. Ik kom niet zo snel
omhoog en loop achter, met de patou pal achter mij. Bange momenten. Ik ben gek op honden, maar bang voor patous. Eindelijk kom ik boven op Baisse d'Anan - 1555 m - wàt een gemene bult.
Hier is nòg een kudde met een patou. De zielepoot, hij ziet er heel verwaarloosd uit en hij heeft jongen gehad. Gelukkig blijft Coco strak naast Koos lopen en negeert de patou. Na een tijdje druipt de patou af.
Eindelijk kunnen we een eindje verder picknicken. De afdaling gaat heel steil door een diep gat, waarvan je denkt: hier kan onmogelijk een pad lopen. Daarna gaat het verder op open hellingen zonder schaduw. Het is
40 graden. Puf, puf. Om 18.00 uur komen we in Saorge.
Een prachtig middeleeuws dorp, geheel authentiek, gebouwd op een steile helling. In Saorge is geen hotel, alleen twee gîtes. We gaan het proberen met de hond. Je kan hier nergens op de steile helling wild kamperen. De eerste gîte zit vol. Dat is pech. We moesten maar aan het eind van het dorp proberen, daar is nòg een gîte. Het ligt bij het monument des morts. De deur is dicht. Niemand. Er staat een 06-nummer op de deur. Dat dan maar bellen.
Ja, er wordt opgenomen. Heeft u nog een plaats voor twee randonneurs (= trekkers)? Ja, die heeft hij. Hij komt er aan. Na 5 minuten verschijnt hij en ziet onze Coco. Oh nee, honden zijn uitgesloten. Of we die niet buiten kunnen laten? Absoluut niet. Coco laten we niet pardoes in de steek. Honden zijn niet mogelijk, onder geen beding.
Heel jammer. Kan hij voor ons een taxi bellen voor Fontan? (daar is een camping, maar we hebben de puf niet meer om nog een uur te lopen). Nee, er is geen taxi. Tjeetje, wat nu???
Na veel 555 en 666 mag Coco bij hoge uitzondering op het balconnetje slapen. Geweldig.
We zijn hartstikke blij. We moeten wel cash 90,- euro betalen, dat is incl. ontbijt om 9.00 uur. Ontbijt om 9.00 uur?? Dat is veel te laat voor ons. We doen wel zonder ontbijt. Hij laat ons de kamer zien. Oh, dat is moooi!!! Supersjiek en splinternieuw. 5 sterren zonder meer.
Als je mooi wilt slapen en je hebt 90 euro op zak, ga dan zeker naar deze gîte aan het eind van het dorp. Hij heet Ca'da Barrera en is van Gîte de France. cadabarrera.saorge@gmail.com
Ze hebben een heerlijk bed vol kussens en draperieën en een prachtige douche/wc. De wastafel is een uitgehakte en gepolijste grote steen met een bijzondere kraan. Het water loopt door een soort gootje als een waterval. Ik houd van mooie kranen. Deze had ik nog nooit gezien. Wat een luxe allemaal na 2 nachten wild kamperen zonder water.
En wat schetst onze verbazing? De lopers uit Normandië zijn onze buren! Wat een toeval.
Jammer genoeg is het enige restaurant van het dorp op maandag gesloten. Dus geen feestmaal. We kopen in het enige kleine winkeltje: koude biertjes, een kilo kersen, twee tartes de Saorge, tomaten en yoghurtjes. Samen met de twee bananen van de gîte, die voor ons ontbijt bedoeld waren, hebben we toch een gezonde maaltijd, die we buiten op een bankje bij het oorlogsmonument verorberen. Het is prima zo. We hebben bijna 20 km gelopen. We gaan om 9 uur naar bed en morgen vroeg weer op.
Dinsdag, 19 juni, 2012 Saorge - Breil sur Roya
Watertappen: 330 m na punt 161 bij brugje, bij 155 bij verdeeldoos met slangen
De lucht is staalblauw en het is heet. Coco sliep lekker fris op het balcon.
We staan om 5.30 uur op. We lagen in een heerlijk bed, alleen het dekbed was veel te heet. Tja, dat krijg je als je aan buiten slapen gewend raakt. Heel zachtjes maken we koffie en eten we cornflakes met houdbare melk van de gîte. Daarna nog een yoghurtje van onszelf en we kunnen er wel weer even tegen. De zooi in de vaatwasser en we laten alles netjes achter. We vertrekken om 7.15 uur. Eerst moeten we Saorge weer door naar de andere kant en dan verder naar beneden. We gaan een oude Romeinse brug over en dan krijgen we een prachtig smal bospad omhoog. Het is een flinke klim tot de Mont Agu - 1065 m - we zijn er om 10.30 uur. Hier zou pas de eerste mogelijkheid zijn voor een bivakplaats (zonder water). Blij dat we in Saorge konden blijven.
En het voelt al weer 40 graden vandaag. Daarna volgt een lange afdaling, ook weer door bos. Nèt als we onze picknick naar binnen hebben gewerkt, komen onze buren uit Saorge langs. We zitten gezellig een half uurtje te kwebbelen. Zij lopen een stuk sneller omdat ze maar een kleine rugzak hebben en een stuk jonger zijn. Wij lopen verder en helemaal naar beneden tot een riviertje. Heerlijk helder water voor Coco. Daarna gaan we weer helemaal om hoog over een keisteil pad. Wat een tegenvaller! Ergens gaan waterslangen naar een plastic doosje. Deksel eraf en Koos kan daar zó tappen. Gelukkig, alle flessen weer vol. Nu moeten we over een partij rotsen heen en lopen vervolgens langs een hoogspanningsmast en een paar hutjes. Er lopen daar drie honden los en wij staan op een smal paadje. Vervelend, met Coco aan de lijn. Vervolgens raken we de weg kwijt op een olijventerras met steile randen. In de verte ligt Breil sur Roya, diep beneden ons. Wij lopen al een kwartiertje te zoeken, als ik ineens onze GR lopers uit Normandië zie aankomen. Zij vinden de weg en wij kunnen volgen.
We lopen nu langs verzengend hete rotsen in de volle zon. We zien Breil sur Roya duidelijk liggen, maar we zijn
er nog lang niet. We zitten hoog en gaan nòg hoger. We moeten nog een heel dal door, want het pad volgt de bergflank. Ik heb er eigenlijk geen zin meer in. Het is ook zó heet. We gaan heel langzaam. De fut is eruit.
Dan ziet Koos wegwijzer nr. 108. Hoera, dit pad gaat naar beneden. Het is ook bijna 17.00 uur. Het venijn zit in de staart. We moeten nog een enge, smalle balkonweg over met grote stappen naar beneden.
Ik durf niet en mijn energie is op. Koos is streng. Omkeren is geen optie, ik moet maar doorbijten en me over de angsten heen zetten. Uiteindelijk kom ik na anderhalf uur op de camping in Breil aan. Zowel Coco als ik lopen op ons tandvlees. Arme lieve Coco.
Koos heeft nog de moed om naar het dorp te lopen en boodschappen te gaan doen. Hij wil een koud biertje en neemt een liter melk en wat fruit mee. Lekker. Eigenlijk ben ik te moe voor wat dan ook, maar ik ga toch maar noodvoer koken.
's Avonds vliegen er kleine lichtjes over het gras op ongeveer 30 cm boven de grond. Het zijn glimvliegjes. Prachtig. Dit had ik nog nooit gezien. Glimwormen kende ik wel, maar glimvliegjes zijn geheel nieuw voor mij.
Woensdag, 20 juni, 2012
We nemen een rustdag. Het regent een beetje en het is niet zo heet. De camping heeft picknicktafels onder een afdak. Hier is het goed toeven. We doen boodschappen en kopen wijn en biefstuk.
Donderdag, 21 juni, 2012 Breil sur Roya - Sospel
Watertappen: kraantje bij Madone des Grâces punt 126, kraantje bij Col de Paula punt 119,
bij vallée de Brasséra punt 96 en bij riviertje La Figuetta in Sospel
Om 5.30 uur weer op en om 7 uur lopen. We willen een beetje de hitte vóór zijn. Het is staalblauw en de zesde hete dag van boven de 35 graden. Breil sur Roya slaapt nog, Coco is nog moe en die moeten we trekken.
We beginnen boven Breil met een fraaie oude ezelweg door het bos naar de kapel van Madone des Grâces. Hier is een kraantje met drinkwater. Dan verder omhoog naar de Col de Brouis. We zijn er al om 9.15 uur. Het scheelt wel dat we nu met een klein rugzakje lopen en de rest op de camping in de tent hebben gelaten.
Na de col krijgen we een lange en saaie grindweg naar Col de Paula. In de verte zien we het dorp Piëne Haute liggen, fraai op een uitstekende rots. Hoe komen die mensen aan water??? Op Col de Paula is water uit de kraan, maar het is non-surveillé. Verder is het hier gortdroog en ik moet niet denken aan bosbrand. Dan is het hier heel eng.
Ja, er wordt opgenomen. Heeft u nog een plaats voor twee randonneurs (= trekkers)? Ja, die heeft hij. Hij komt er aan. Na 5 minuten verschijnt hij en ziet onze Coco. Oh nee, honden zijn uitgesloten. Of we die niet buiten kunnen laten? Absoluut niet. Coco laten we niet pardoes in de steek. Honden zijn niet mogelijk, onder geen beding.
Heel jammer. Kan hij voor ons een taxi bellen voor Fontan? (daar is een camping, maar we hebben de puf niet meer om nog een uur te lopen). Nee, er is geen taxi. Tjeetje, wat nu???
Na veel 555 en 666 mag Coco bij hoge uitzondering op het balconnetje slapen. Geweldig.
We zijn hartstikke blij. We moeten wel cash 90,- euro betalen, dat is incl. ontbijt om 9.00 uur. Ontbijt om 9.00 uur?? Dat is veel te laat voor ons. We doen wel zonder ontbijt. Hij laat ons de kamer zien. Oh, dat is moooi!!! Supersjiek en splinternieuw. 5 sterren zonder meer.
Als je mooi wilt slapen en je hebt 90 euro op zak, ga dan zeker naar deze gîte aan het eind van het dorp. Hij heet Ca'da Barrera en is van Gîte de France. cadabarrera.saorge@gmail.com
Ze hebben een heerlijk bed vol kussens en draperieën en een prachtige douche/wc. De wastafel is een uitgehakte en gepolijste grote steen met een bijzondere kraan. Het water loopt door een soort gootje als een waterval. Ik houd van mooie kranen. Deze had ik nog nooit gezien. Wat een luxe allemaal na 2 nachten wild kamperen zonder water.
En wat schetst onze verbazing? De lopers uit Normandië zijn onze buren! Wat een toeval.
Jammer genoeg is het enige restaurant van het dorp op maandag gesloten. Dus geen feestmaal. We kopen in het enige kleine winkeltje: koude biertjes, een kilo kersen, twee tartes de Saorge, tomaten en yoghurtjes. Samen met de twee bananen van de gîte, die voor ons ontbijt bedoeld waren, hebben we toch een gezonde maaltijd, die we buiten op een bankje bij het oorlogsmonument verorberen. Het is prima zo. We hebben bijna 20 km gelopen. We gaan om 9 uur naar bed en morgen vroeg weer op.
Dinsdag, 19 juni, 2012 Saorge - Breil sur Roya
Watertappen: 330 m na punt 161 bij brugje, bij 155 bij verdeeldoos met slangen
De lucht is staalblauw en het is heet. Coco sliep lekker fris op het balcon.
We staan om 5.30 uur op. We lagen in een heerlijk bed, alleen het dekbed was veel te heet. Tja, dat krijg je als je aan buiten slapen gewend raakt. Heel zachtjes maken we koffie en eten we cornflakes met houdbare melk van de gîte. Daarna nog een yoghurtje van onszelf en we kunnen er wel weer even tegen. De zooi in de vaatwasser en we laten alles netjes achter. We vertrekken om 7.15 uur. Eerst moeten we Saorge weer door naar de andere kant en dan verder naar beneden. We gaan een oude Romeinse brug over en dan krijgen we een prachtig smal bospad omhoog. Het is een flinke klim tot de Mont Agu - 1065 m - we zijn er om 10.30 uur. Hier zou pas de eerste mogelijkheid zijn voor een bivakplaats (zonder water). Blij dat we in Saorge konden blijven.
En het voelt al weer 40 graden vandaag. Daarna volgt een lange afdaling, ook weer door bos. Nèt als we onze picknick naar binnen hebben gewerkt, komen onze buren uit Saorge langs. We zitten gezellig een half uurtje te kwebbelen. Zij lopen een stuk sneller omdat ze maar een kleine rugzak hebben en een stuk jonger zijn. Wij lopen verder en helemaal naar beneden tot een riviertje. Heerlijk helder water voor Coco. Daarna gaan we weer helemaal om hoog over een keisteil pad. Wat een tegenvaller! Ergens gaan waterslangen naar een plastic doosje. Deksel eraf en Koos kan daar zó tappen. Gelukkig, alle flessen weer vol. Nu moeten we over een partij rotsen heen en lopen vervolgens langs een hoogspanningsmast en een paar hutjes. Er lopen daar drie honden los en wij staan op een smal paadje. Vervelend, met Coco aan de lijn. Vervolgens raken we de weg kwijt op een olijventerras met steile randen. In de verte ligt Breil sur Roya, diep beneden ons. Wij lopen al een kwartiertje te zoeken, als ik ineens onze GR lopers uit Normandië zie aankomen. Zij vinden de weg en wij kunnen volgen.
We lopen nu langs verzengend hete rotsen in de volle zon. We zien Breil sur Roya duidelijk liggen, maar we zijn
er nog lang niet. We zitten hoog en gaan nòg hoger. We moeten nog een heel dal door, want het pad volgt de bergflank. Ik heb er eigenlijk geen zin meer in. Het is ook zó heet. We gaan heel langzaam. De fut is eruit.
Dan ziet Koos wegwijzer nr. 108. Hoera, dit pad gaat naar beneden. Het is ook bijna 17.00 uur. Het venijn zit in de staart. We moeten nog een enge, smalle balkonweg over met grote stappen naar beneden.
Ik durf niet en mijn energie is op. Koos is streng. Omkeren is geen optie, ik moet maar doorbijten en me over de angsten heen zetten. Uiteindelijk kom ik na anderhalf uur op de camping in Breil aan. Zowel Coco als ik lopen op ons tandvlees. Arme lieve Coco.
Koos heeft nog de moed om naar het dorp te lopen en boodschappen te gaan doen. Hij wil een koud biertje en neemt een liter melk en wat fruit mee. Lekker. Eigenlijk ben ik te moe voor wat dan ook, maar ik ga toch maar noodvoer koken.
's Avonds vliegen er kleine lichtjes over het gras op ongeveer 30 cm boven de grond. Het zijn glimvliegjes. Prachtig. Dit had ik nog nooit gezien. Glimwormen kende ik wel, maar glimvliegjes zijn geheel nieuw voor mij.
Woensdag, 20 juni, 2012
We nemen een rustdag. Het regent een beetje en het is niet zo heet. De camping heeft picknicktafels onder een afdak. Hier is het goed toeven. We doen boodschappen en kopen wijn en biefstuk.
Donderdag, 21 juni, 2012 Breil sur Roya - Sospel
Watertappen: kraantje bij Madone des Grâces punt 126, kraantje bij Col de Paula punt 119,
bij vallée de Brasséra punt 96 en bij riviertje La Figuetta in Sospel
Om 5.30 uur weer op en om 7 uur lopen. We willen een beetje de hitte vóór zijn. Het is staalblauw en de zesde hete dag van boven de 35 graden. Breil sur Roya slaapt nog, Coco is nog moe en die moeten we trekken.
We beginnen boven Breil met een fraaie oude ezelweg door het bos naar de kapel van Madone des Grâces. Hier is een kraantje met drinkwater. Dan verder omhoog naar de Col de Brouis. We zijn er al om 9.15 uur. Het scheelt wel dat we nu met een klein rugzakje lopen en de rest op de camping in de tent hebben gelaten.
Na de col krijgen we een lange en saaie grindweg naar Col de Paula. In de verte zien we het dorp Piëne Haute liggen, fraai op een uitstekende rots. Hoe komen die mensen aan water??? Op Col de Paula is water uit de kraan, maar het is non-surveillé. Verder is het hier gortdroog en ik moet niet denken aan bosbrand. Dan is het hier heel eng.
Daarna zakken we af in de prachtige vallei van de Basséra. Helemaal beneden door het bos komen we in het paradijs bij een zeer idyllische stek met zuiver water en een dikke pad in camouflagepak. Hij weegt zeker wel een kilo en heeft de grootte van een forse schildpad. Het is hier zó verrassend mooi en koel, ik zou hier wel de rest van de dag willen blijven. We blijven ruim een half uur zitten en genieten van dit paradijs.
Daarna gaan we weer langs een bloedhete helling naar Col de Pérus. Het is pas 11.45 uur. We zijn fijn opgeschoten. Bovenop is het heet en aan de overkant van de weg moeten we op een hete helling verder. In de schaduw van een struikje gaan we picknicken en we blijven lang zitten. In de verte zijn een paar auto's aan het scheuren met piepende banden. Die lui van Top Gear zeker. Dan gaan we steil naar beneden en komen opnieuw in een paradijsje terecht bij het riviertje La Figuetta. Lekker met de pootjes even in het water en water zuiveren voor onze drinkflessen. Coco drinkt zich helemaal lens. Het is er zo fijn, dat we weer een half uurtje blijven hangen. Eigenlijk hebben we er helemaal geen zin meer in om in die kleffe warmte verder te moeten gaan.
Maar goed, je moet toch in Sospel aankomen dus pak jezelf bij de kraag en hup. We lopen nu parallel aan een waterkanaal (voor irrigatie en drinkwater), maar we zien geen markeringen meer. Dan naar rechts, retour. Dan naar links, retour. Waar zijn nu toch die markeringen?? Dan maar een smal paadje recht naar boven. We komen uit op een weg.
Laat die Mont Agaisen maar zitten. We gaan linksaf en komen langs punt 98 en 81 en we lopen soepel Sospel binnen. Om drie uur zitten we al op het terras met cola en bier. Ut kos koijer -het kon slechter - zeggen ze in Brabant. Onze trein gaat pas om vijf minuten voor zes, dus we hebben tijd zat. Het is heerlijk toeven onder de bomen. Aan de overkant is een Huit à Huit, dus een winkel die van 8 uur 's morgens tot 8 uur 's avonds open is. Hier kan ik even lekkere dingen kopen om vanavond te eten op de camping. Vlees, groente, fruit en yoghurtjes. Ik ben dol op de Franse één persoons yoghurtjes in allerlei smaken. Ik houd niet van de Hollandse literpakken.
Maar goed, je moet toch in Sospel aankomen dus pak jezelf bij de kraag en hup. We lopen nu parallel aan een waterkanaal (voor irrigatie en drinkwater), maar we zien geen markeringen meer. Dan naar rechts, retour. Dan naar links, retour. Waar zijn nu toch die markeringen?? Dan maar een smal paadje recht naar boven. We komen uit op een weg.
Laat die Mont Agaisen maar zitten. We gaan linksaf en komen langs punt 98 en 81 en we lopen soepel Sospel binnen. Om drie uur zitten we al op het terras met cola en bier. Ut kos koijer -het kon slechter - zeggen ze in Brabant. Onze trein gaat pas om vijf minuten voor zes, dus we hebben tijd zat. Het is heerlijk toeven onder de bomen. Aan de overkant is een Huit à Huit, dus een winkel die van 8 uur 's morgens tot 8 uur 's avonds open is. Hier kan ik even lekkere dingen kopen om vanavond te eten op de camping. Vlees, groente, fruit en yoghurtjes. Ik ben dol op de Franse één persoons yoghurtjes in allerlei smaken. Ik houd niet van de Hollandse literpakken.
Op de stille camping in Breil horen we 's avonds herrie in het dorp. Midzomernachtfeest.
Tot twee uur dreunen we de tent uit. En het is klef. De slaapzak is vochtig.
Deel II
Vrijdag 22 juni, 2012
We verkassen per auto naar het eindpunt van de GR 52 A: Colmars les Alpes aan de westkant van de route. Onderweg is er geen berg te zien, zó heiig, zo vochtig. Hartstikke klef en al weer 35 graden. In Colmars zitten we 1000 m hoger, niet klef, een windje en scherpe bergen. Het is er heerlijk. We zitten op boerencamping Les Pommiers. Dicht bij het dorp, dicht bij de route. Prima.
Zaterdag, 23 juni, 2012 Colmars les Alpes - Entraunes
Om 5.30 uur gaat de wekker. Blauwe lucht en koud. De thermometer in de auto zegt 5 graden. Wat een verschil met Breil sur Roya! Er staat een fris windje, brrrr. Fleecevest aan en we beginnen met een fikse klim omhoog
door het bos. Fraai pad. Als straks de zon schijnt gaan we wel ontbijten met die "heerlijke" hartkeks van Beversport. Dat is zowat om 9.30 uur. Bij Ratery staat zowaar een koffietentje aan de weg. Helaas, we moeten nog een heel eind vandaag, dus we moeten de koffie overslaan. Geen tijd. We lopen door over een fraaie bosweg die lekker loopt. Bij de afslag Cabane Neuve is een bron. Fijn vers en koel water in de flessen. We verlaten de bosweg en lopen omhoog over een smal bospaadje. Het is schitterend hier. Bosooievaarsbek, orchideeën, duivelsnaaigaren, turkse lelie, het is er allemaal. Ook zijn er veel kleine stroompjes, ideaal voor Coco. Verder zien we veel wroetsporen van wilde zwijnen. Uit het bos komen we op een prachtige, bloemrijke alpenweide. We denken nu bijna bij Col de Champs te zijn, maar dat blijkt nog helemaal niet zo. We gaan omhoog, omlaag, allerlei geulen door, en nog weer door een bos. Waar is nu toch die col?
Tot twee uur dreunen we de tent uit. En het is klef. De slaapzak is vochtig.
Deel II
Vrijdag 22 juni, 2012
We verkassen per auto naar het eindpunt van de GR 52 A: Colmars les Alpes aan de westkant van de route. Onderweg is er geen berg te zien, zó heiig, zo vochtig. Hartstikke klef en al weer 35 graden. In Colmars zitten we 1000 m hoger, niet klef, een windje en scherpe bergen. Het is er heerlijk. We zitten op boerencamping Les Pommiers. Dicht bij het dorp, dicht bij de route. Prima.
Zaterdag, 23 juni, 2012 Colmars les Alpes - Entraunes
Om 5.30 uur gaat de wekker. Blauwe lucht en koud. De thermometer in de auto zegt 5 graden. Wat een verschil met Breil sur Roya! Er staat een fris windje, brrrr. Fleecevest aan en we beginnen met een fikse klim omhoog
door het bos. Fraai pad. Als straks de zon schijnt gaan we wel ontbijten met die "heerlijke" hartkeks van Beversport. Dat is zowat om 9.30 uur. Bij Ratery staat zowaar een koffietentje aan de weg. Helaas, we moeten nog een heel eind vandaag, dus we moeten de koffie overslaan. Geen tijd. We lopen door over een fraaie bosweg die lekker loopt. Bij de afslag Cabane Neuve is een bron. Fijn vers en koel water in de flessen. We verlaten de bosweg en lopen omhoog over een smal bospaadje. Het is schitterend hier. Bosooievaarsbek, orchideeën, duivelsnaaigaren, turkse lelie, het is er allemaal. Ook zijn er veel kleine stroompjes, ideaal voor Coco. Verder zien we veel wroetsporen van wilde zwijnen. Uit het bos komen we op een prachtige, bloemrijke alpenweide. We denken nu bijna bij Col de Champs te zijn, maar dat blijkt nog helemaal niet zo. We gaan omhoog, omlaag, allerlei geulen door, en nog weer door een bos. Waar is nu toch die col?
Eindelijk om 12.00 uur liggen we boven op de col, languit in de alpenwei vol bloemen, in de stralende zon.
Lekker genieten. Er komen een man en vrouw op leeftijd naar boven. Ze zijn 80 en 83 jaar oud. Ze hebben een
klein rugzakje op en hebben de auto bij Ratery geparkeerd. Ze hebben de rest gelopen! En hij heeft ook nog twee kunstknieën!!! Hij kan dus niet op de grond zitten, want dan komt hij niet meer overeind, maar op een flinke kei zitten gaat prima. Wat knap die mensen. Zij lopen in de zomermaanden regelmatig dagtochten in de bergen.
Petje af. Taaie Fransen.
In de verte brommen motoren over de weg. Vanaf dààr is de col niet zo mooi als hier, weten we van een motortocht. Hier liggen we midden tussen de bloemen met prachtige vergezichten op de ruige bergen. We zitten op de grens van Parc de Mercantour, die ligt hier 15 m vandaan. Daar bij dat paaltje is het verboden voor onze Coco.
Lekker genieten. Er komen een man en vrouw op leeftijd naar boven. Ze zijn 80 en 83 jaar oud. Ze hebben een
klein rugzakje op en hebben de auto bij Ratery geparkeerd. Ze hebben de rest gelopen! En hij heeft ook nog twee kunstknieën!!! Hij kan dus niet op de grond zitten, want dan komt hij niet meer overeind, maar op een flinke kei zitten gaat prima. Wat knap die mensen. Zij lopen in de zomermaanden regelmatig dagtochten in de bergen.
Petje af. Taaie Fransen.
In de verte brommen motoren over de weg. Vanaf dààr is de col niet zo mooi als hier, weten we van een motortocht. Hier liggen we midden tussen de bloemen met prachtige vergezichten op de ruige bergen. We zitten op de grens van Parc de Mercantour, die ligt hier 15 m vandaan. Daar bij dat paaltje is het verboden voor onze Coco.
We blijven anderhalf uur boven zitten. Dan wordt het een beetje spoorzoeken hier en daar waarna een lange afdaling volgt door een hete kloof. Vast weer 35 graden vandaag. Regelmatig rusten we even in een beetje schaduw. Bij een hele diepe kloof Carcareï gaan we linksaf door het bos en zien dan eindelijk Entraunes liggen.
We ploffen neer op het enige terras bij de enige uitspanning. We drinken bier en cola van een vies tafeltje. Cola zonder ijsblokjes. We nemen er ieder een ijsje bij. Niet te vreten, half verdroogd en minstens 2 jaar oud.
Nou ja, we willen niet klagen. De enige winkel in Entraunes is dicht. Dan moeten we hier vanavond maar eten. Het is niet anders, maar ik heb er geen goed gevoel bij.
We zoeken de camping. Het is een kleintje, maar hij ligt wel aardig. Koos gaat languit liggen en schiet omhoog: mierennest. Dan maar de tent opzetten op het veldje ernaast. Als ik de eerste haring de grond in timmer, loopt er een hele baan zwarte mieren over de tent. Verdorie. Dan maar weer een andere stek zoeken. Ho eens, zegt de campingmevrouw die juist aan komt lopen, in de natuur moet je niet zo kieskeurig zijn. Troela, ik ben niet bang voor een miertje, maar ik kan niet slapen te midden van hele nesten, dat doe je zelf maar. Ondanks protest van de campbazin, doen we een derde poging in de schaduw. Hè,hè, dat gaat goed. Volgende probleem. Alleen 1 toilet, 1 douche en 1 wastafel bij de heren is open en er zijn 14 plaatsen bezet. De damesafdeling is dicht. Dat scheelt poetsen, want het is nog geen hoogseizoen. Oh, ja??? Mogen we dan ook voor de halve prijs staan?? Nee, dat deed ze niet. Mispunt, verdelg die mieren maar eens van je verwaarloosde camping!!
Ach, laat maar. We hadden ons verheugd op verse groenten en fruit en een beetje rust. Helaas.
We moeten om 19.30 uur naar het dorp lopen voor dat enige restaurant, dat niet eerder open is.
Het restaurant is uitgesproken slecht, de bediening is superslecht. Het duurt een eeuw, het ziet er niet uit en het wordt op tafel gegooid door iemand met vuile kleren aan. Iedereen zit meer dan een uur te wachten totdat er iets komt. Ik eet alleen de salade, die drijft in de olie, en het vlees. De frieten zijn net vette sponzen. We wachten het toetje niet af. Koos betaald 50,- euro voor bagger. Zonde van het geld. We geven geen fooi. Nog nooit zo slecht gegeten in Frankrijk!! Hadden we maar noodvoer gegeten, dat was vast lekkerder geweest. We drinken koffie bij
de tent en gaan dus na tienen pas slapen.
Entraunes est une endroit épouvantable. Entraunes is een nachtmerrie.
We ploffen neer op het enige terras bij de enige uitspanning. We drinken bier en cola van een vies tafeltje. Cola zonder ijsblokjes. We nemen er ieder een ijsje bij. Niet te vreten, half verdroogd en minstens 2 jaar oud.
Nou ja, we willen niet klagen. De enige winkel in Entraunes is dicht. Dan moeten we hier vanavond maar eten. Het is niet anders, maar ik heb er geen goed gevoel bij.
We zoeken de camping. Het is een kleintje, maar hij ligt wel aardig. Koos gaat languit liggen en schiet omhoog: mierennest. Dan maar de tent opzetten op het veldje ernaast. Als ik de eerste haring de grond in timmer, loopt er een hele baan zwarte mieren over de tent. Verdorie. Dan maar weer een andere stek zoeken. Ho eens, zegt de campingmevrouw die juist aan komt lopen, in de natuur moet je niet zo kieskeurig zijn. Troela, ik ben niet bang voor een miertje, maar ik kan niet slapen te midden van hele nesten, dat doe je zelf maar. Ondanks protest van de campbazin, doen we een derde poging in de schaduw. Hè,hè, dat gaat goed. Volgende probleem. Alleen 1 toilet, 1 douche en 1 wastafel bij de heren is open en er zijn 14 plaatsen bezet. De damesafdeling is dicht. Dat scheelt poetsen, want het is nog geen hoogseizoen. Oh, ja??? Mogen we dan ook voor de halve prijs staan?? Nee, dat deed ze niet. Mispunt, verdelg die mieren maar eens van je verwaarloosde camping!!
Ach, laat maar. We hadden ons verheugd op verse groenten en fruit en een beetje rust. Helaas.
We moeten om 19.30 uur naar het dorp lopen voor dat enige restaurant, dat niet eerder open is.
Het restaurant is uitgesproken slecht, de bediening is superslecht. Het duurt een eeuw, het ziet er niet uit en het wordt op tafel gegooid door iemand met vuile kleren aan. Iedereen zit meer dan een uur te wachten totdat er iets komt. Ik eet alleen de salade, die drijft in de olie, en het vlees. De frieten zijn net vette sponzen. We wachten het toetje niet af. Koos betaald 50,- euro voor bagger. Zonde van het geld. We geven geen fooi. Nog nooit zo slecht gegeten in Frankrijk!! Hadden we maar noodvoer gegeten, dat was vast lekkerder geweest. We drinken koffie bij
de tent en gaan dus na tienen pas slapen.
Entraunes est une endroit épouvantable. Entraunes is een nachtmerrie.
Zondag, 24 juni, 2012 Entraunes - Vallée de l'Adrech voorbij Les Tourres
We gaan om 7 uur weer op pad. Saai verhaal: de lucht is staalblauw en het wordt weer heet. We beginnen met een prachtig pad omhoog, waarbij we af en toe een half verhard pad kruisen. Dat is de D 139. Het is lekker in het bos, hoog boven de kloof van de Bourdous. Op een mooi stekje in de zon gaan we ontbijten. Daarna volgt een bospad op hoogte. Nu moeten we een paar hellingen over klauteren, waar de helling is ingestort. Ooit door wateroverlast tijdens heftige
onweersbuien?? Soms heb je een paar smalle stappen hoog boven de rivier de Bourdous. Dan krijgen we een helling die geheel is ingestort. Eerst moeten we naar beneden klimmen, dan weer over een blokkenveld omhoog en weer verder naar boven klauteren. Dan volgt een heel moeilijke passage met hele grote stappen boven een diepe afgrond naar een uitgehakte rotsrichel. Eén verkeerde stap en je valt in een ontzettend diepe, smalle kloof. Dan ben je morsdood. Niemand die je hier vindt, of je er ooit uit kan halen. Brr, dit is wel heel eng. Ik sta aan de grond genageld van angst. Koos stuurt Coco eerst naar de rotsrichel. Hij doet het braaf en gaat wonderwel geweldig. Als hij hier fout zou gaan, konden wij hem onmogelijk redden en hij moet nog 4 jaar worden... Knappe hond!!!
Koos helpt mij met die grote stappen - zo moeilijk met die zware, grote rugzak.- Gelukkig, ik sta op de rotsrichel en moet nu verder. Het pad is ongeveer 40 cm breed en 100 m lang. Met een gapende diepte erlangs....Vreselijk voor iemand met hoogtevrees.
We gaan om 7 uur weer op pad. Saai verhaal: de lucht is staalblauw en het wordt weer heet. We beginnen met een prachtig pad omhoog, waarbij we af en toe een half verhard pad kruisen. Dat is de D 139. Het is lekker in het bos, hoog boven de kloof van de Bourdous. Op een mooi stekje in de zon gaan we ontbijten. Daarna volgt een bospad op hoogte. Nu moeten we een paar hellingen over klauteren, waar de helling is ingestort. Ooit door wateroverlast tijdens heftige
onweersbuien?? Soms heb je een paar smalle stappen hoog boven de rivier de Bourdous. Dan krijgen we een helling die geheel is ingestort. Eerst moeten we naar beneden klimmen, dan weer over een blokkenveld omhoog en weer verder naar boven klauteren. Dan volgt een heel moeilijke passage met hele grote stappen boven een diepe afgrond naar een uitgehakte rotsrichel. Eén verkeerde stap en je valt in een ontzettend diepe, smalle kloof. Dan ben je morsdood. Niemand die je hier vindt, of je er ooit uit kan halen. Brr, dit is wel heel eng. Ik sta aan de grond genageld van angst. Koos stuurt Coco eerst naar de rotsrichel. Hij doet het braaf en gaat wonderwel geweldig. Als hij hier fout zou gaan, konden wij hem onmogelijk redden en hij moet nog 4 jaar worden... Knappe hond!!!
Koos helpt mij met die grote stappen - zo moeilijk met die zware, grote rugzak.- Gelukkig, ik sta op de rotsrichel en moet nu verder. Het pad is ongeveer 40 cm breed en 100 m lang. Met een gapende diepte erlangs....Vreselijk voor iemand met hoogtevrees.
Als het pad weer overgaat in een normaal bospad, ga ik op het eerste de beste platte stukje zitten en begin een potje te janken. Ik moet even de spanningen en emoties kwijt. Ik was zóóóó bang. Dit was echt niet leuk en redelijk gevaarlijk. Ze mochten de weg hier wel eens een beetje fatsoeneren en veiliger maken. Maar dit pad is
de laatste jaren absoluut niet onderhouden. Zoveel GR 52 A lopers zijn er ook niet. We zijn hier nog niemand tegengekomen.
Dan volgt een prachtig relaxed pad door het bos dat in lange slingers omhoog loopt. Waar is nu de col? Links? of rechts? Het blijft raden. We hebben nog een hele lange weg te gaan en komen dan uiteindelijk uit op de Col de
30 Souches (2017 m), precies op de grens van het Parc de Mercantour. Als Coco 1 stap naar links doet, zit hij op verboden terrein.
Wat is het hier moooooi!!!!!! De mooiste col ooit. Het staat vol met paradijslelies. Nee, geen graslelies, veel groter: paradijslelies. Schit-te-rend. We blijven hier een uur zitten genieten van deze zeer fraaie col.
Er is één ander stel, ver weg aan de overkant. Verder is hier niemand. Deze col is alleen lopend bereikbaar over een lastig en lang pad. Waarschijnlijk daarom is deze col zo mooi en zo puur.
de laatste jaren absoluut niet onderhouden. Zoveel GR 52 A lopers zijn er ook niet. We zijn hier nog niemand tegengekomen.
Dan volgt een prachtig relaxed pad door het bos dat in lange slingers omhoog loopt. Waar is nu de col? Links? of rechts? Het blijft raden. We hebben nog een hele lange weg te gaan en komen dan uiteindelijk uit op de Col de
30 Souches (2017 m), precies op de grens van het Parc de Mercantour. Als Coco 1 stap naar links doet, zit hij op verboden terrein.
Wat is het hier moooooi!!!!!! De mooiste col ooit. Het staat vol met paradijslelies. Nee, geen graslelies, veel groter: paradijslelies. Schit-te-rend. We blijven hier een uur zitten genieten van deze zeer fraaie col.
Er is één ander stel, ver weg aan de overkant. Verder is hier niemand. Deze col is alleen lopend bereikbaar over een lastig en lang pad. Waarschijnlijk daarom is deze col zo mooi en zo puur.
Nu volgt een lange, lange afdaling. Eerst een keienpad naar Les Tourres: vier boeren en zelfs een gîte, misschien een optie voor de mensen die moe zijn. Wij hoeven dit niet te proberen met een hond. Daarna volgt een eindeloos balkonpad, die alle flanken van de bergen volgt. Soms heel eng, smal en hoog, maar vooral heel lang en heet. We gaan alle kloven en zijdalen in- en uit. Ook hier is soms een deel van de helling weggespoeld en moet je klimmen over harde modder. Soms passeer je smalle richels. Coco doet het perfekt, alsof hij nooit anders heeft gedaan.
We zijn moe en het is warm. Om 17.30 uur hebben we eindelijk een klein schuin stekje gevonden om te bivakkeren, pal naast het pad, vlak bij een watervalletje. Met wat grote keien vult Koos de gaten op, zodat we min of meer plat kunnen liggen. Aan het voeteneind staat een boom, zodat we nooit met tent en al van de helling kunnen glijden. Het is een fraai plaatsje bij riviertje l'Adrech op 1587 m.
We zijn moe en het is warm. Om 17.30 uur hebben we eindelijk een klein schuin stekje gevonden om te bivakkeren, pal naast het pad, vlak bij een watervalletje. Met wat grote keien vult Koos de gaten op, zodat we min of meer plat kunnen liggen. Aan het voeteneind staat een boom, zodat we nooit met tent en al van de helling kunnen glijden. Het is een fraai plaatsje bij riviertje l'Adrech op 1587 m.
Nadat we ons noodvoer hebben gekookt en de afwas hebben gedaan in het riviertje, begint de lucht dicht te trekken en voelen we een paar spatjes. Dan maar de tent in, het wordt toch donker. Het tentje staat eigenlijk wel verrekte schuin. Steeds moeten we ons omhoog trekken, anders ligt de hond klem tussen de boom en onze voeten. Hij moppert regelmatig (terecht). 's Nachts heb ik slecht geslapen. Angst voor een horde wilde zwijnen. Wroetsporen genoeg.
Maandag 25 juni, 2012 Châteauneuf d'Entraunes - Péone
De hemel is bewolkt, maar trekt open. Het wordt weer blauw en heet. Coco schrikt zich het apezuur als er vlak voor zijn neus een grote haas wegspringt. We gaan laat op pad. Pas om 7.45 uur. We lopen te veel te klungelen en de waterzuiveraar doet het niet. Uiteindelijk blijkt de pompmembraan verstopt. Gelukkig krijgt Koos de boel
weer aan de praat en kunnen we alsnog met alle flessen vol op pad.
Nog steeds geen platte bivakplaatsen gezien. lopen min of meer op hoogte over fraaie bospaden met steile hellingen en hebben soms enge, smalle oversteken bij riviertjes. Soms lopen we over leisteen richels, nèt kolengruis. Dat zal wel spekglad worden ingeval van regen. We blijven alle rechte rotsen volgen tegen de helling. Daarna moeten we smal tussen de rotsen door steil naar beneden, dan weer over enge richeltjes en dan weer steil over instabiel kolengruis.
Maandag 25 juni, 2012 Châteauneuf d'Entraunes - Péone
De hemel is bewolkt, maar trekt open. Het wordt weer blauw en heet. Coco schrikt zich het apezuur als er vlak voor zijn neus een grote haas wegspringt. We gaan laat op pad. Pas om 7.45 uur. We lopen te veel te klungelen en de waterzuiveraar doet het niet. Uiteindelijk blijkt de pompmembraan verstopt. Gelukkig krijgt Koos de boel
weer aan de praat en kunnen we alsnog met alle flessen vol op pad.
Nog steeds geen platte bivakplaatsen gezien. lopen min of meer op hoogte over fraaie bospaden met steile hellingen en hebben soms enge, smalle oversteken bij riviertjes. Soms lopen we over leisteen richels, nèt kolengruis. Dat zal wel spekglad worden ingeval van regen. We blijven alle rechte rotsen volgen tegen de helling. Daarna moeten we smal tussen de rotsen door steil naar beneden, dan weer over enge richeltjes en dan weer steil over instabiel kolengruis.
We zien een aparte, rode variant van de Turkse lelie. Deze hebben we nooit eerder gezien.
We komen de eerste GR 52 A loper tegen op dit traject: een Engelsman van ongeveer 70 jaar, in zijn eentje, zonder loopstokken en ook met een flinke rugzak op. Ik verzoek hem voorzichtig te zijn. Zo in je eentje zijn dit soort paden toch linke soep. Als je struikelt en valt is er geen hulp op dit eenzame pad en kan je dagen onopgemerkt blijven liggen.
Ongeveer anderhalf uur na ons bivak komen we aan bij Châteauneuf d'Entraunes. Het is een heel klein dorpje op een bult. Wat een uithoek! Het is 3 x niks. Op de hoek van de straat staat een waarschuwingsbord: "Zeer bochtige weg, gevaarlijk bij nat weer". Hier wil je toch niet wonen? Moet je even naar de bakker in de winter met sneeuw. Doodeng.
We komen de eerste GR 52 A loper tegen op dit traject: een Engelsman van ongeveer 70 jaar, in zijn eentje, zonder loopstokken en ook met een flinke rugzak op. Ik verzoek hem voorzichtig te zijn. Zo in je eentje zijn dit soort paden toch linke soep. Als je struikelt en valt is er geen hulp op dit eenzame pad en kan je dagen onopgemerkt blijven liggen.
Ongeveer anderhalf uur na ons bivak komen we aan bij Châteauneuf d'Entraunes. Het is een heel klein dorpje op een bult. Wat een uithoek! Het is 3 x niks. Op de hoek van de straat staat een waarschuwingsbord: "Zeer bochtige weg, gevaarlijk bij nat weer". Hier wil je toch niet wonen? Moet je even naar de bakker in de winter met sneeuw. Doodeng.
Nu dalen we over een fraai bospaadje heel diep in een dal af. We passeren een degelijke houten brug over een flinke rivier: la Barlatte. Daarna weer keisteil omhoog. Weer smalle randjes over kolengruis en het is hier zó heet. Om kapot te gaan zó heet. We komen aan in het gehucht Bouchanières. Ze hebben daar wonderwel een fraai restaurant met een nòg fraaier terras. Mooi gaas boven het terras tegen de zon. Helaas er is geen mens. Je kan zó binnenlopen in de bar, naar een keurige wc en naar de keuken. Geen mens. Roepen, roepen, geen mens.
Na 20 minuten uitrusten op het terras, zien we beneden ons een man lopen naar zijn auto. We moesten maar achterom lopen en aanbellen. Ja, verdomd, er komt een vrouw aan. Ze had het gisteren druk gehad met de oldtimer club uit Nice met 80 personen. Ze was even in slaap gevallen. Ze is heel erg aardig en we bestellen
2 cola en een salade met ham, kaas en brood. Verrukkelluk. Zes verschillende Franse kazen. Heerlijk. Koffie toe. Zo, nu kunnen we er wel weer even tegen.
Bij een riviertje is de brug weggeslagen. We moeten ons 2 m steil naar beneden laten zakken, door de droge rivierbedding banjeren en dan weer 2 m steil omhoog klimmen. Een hele hijs, maar het houd je soepel. Coco zoekt moeiteloos zijn weg, fantastisch. We dachten dat het een mietje was, maar ze is heel flink en doet het geweldig. Ook in de hitte met die dikke vacht. Daarna krijgen we zowat een rechtstandig pad naar boven naar
Col de Séglière, gevolgd door een steil balkonpad. Het is weer 35 graden. Waarom is het toch alle dagen zo heet?
Na 20 minuten uitrusten op het terras, zien we beneden ons een man lopen naar zijn auto. We moesten maar achterom lopen en aanbellen. Ja, verdomd, er komt een vrouw aan. Ze had het gisteren druk gehad met de oldtimer club uit Nice met 80 personen. Ze was even in slaap gevallen. Ze is heel erg aardig en we bestellen
2 cola en een salade met ham, kaas en brood. Verrukkelluk. Zes verschillende Franse kazen. Heerlijk. Koffie toe. Zo, nu kunnen we er wel weer even tegen.
Bij een riviertje is de brug weggeslagen. We moeten ons 2 m steil naar beneden laten zakken, door de droge rivierbedding banjeren en dan weer 2 m steil omhoog klimmen. Een hele hijs, maar het houd je soepel. Coco zoekt moeiteloos zijn weg, fantastisch. We dachten dat het een mietje was, maar ze is heel flink en doet het geweldig. Ook in de hitte met die dikke vacht. Daarna krijgen we zowat een rechtstandig pad naar boven naar
Col de Séglière, gevolgd door een steil balkonpad. Het is weer 35 graden. Waarom is het toch alle dagen zo heet?
Aan het eind van de middag komen we aan in Péone. Om 17.00 uur zitten we op een terras met cola en bier. Daar knap je van op. Dan even vlot doorlopen naar de camping, een kilometer hogerop na het dorp. Shit, het hek zit op slot en er is niemand. Dan maar weer retour naar het dorp. Een paar mennekes op het plein beweren dat de camping wèl open is, maar de poort klemt. Dan maar weer die kilometer vals plat omhoog en het nogmaals proberen. Verdraaid, met wat kracht krijgen we de poort open. Wat een riante camping. Helemaal voor ons alleen. Heerlijke douche, alles op en top schoon, warm water voor de afwas. Toiletpapier op het toilet. Schaduw en een windje voor ons op het terrein. Super. Morgenochtend moeten we 10 euro in de brievenbus doen en kunnen we weer verder. Wat wil een mens nog meer??? Wij zijn hartstikke tevreden. We moeten helaas weer noodvoer eten, want Péone heeft geen winkel.
Dinsdag, 26 juni, 2012 Péone - Col de Couillole
Je raad het al, als wij de tent openritsen: blauwe lucht en heet. Lekker wassen, de haren wapperen in een briesje. Het was wel weer loeiwarm vannacht, het wilde maar niet afkoelen. Waarom moeten we uitgerekend gaan wandelen met een standvastige canicule? (hittegolf).
Dinsdag, 26 juni, 2012 Péone - Col de Couillole
Je raad het al, als wij de tent openritsen: blauwe lucht en heet. Lekker wassen, de haren wapperen in een briesje. Het was wel weer loeiwarm vannacht, het wilde maar niet afkoelen. Waarom moeten we uitgerekend gaan wandelen met een standvastige canicule? (hittegolf).
(duizende schapen)Om 7.30 uur lopen we eerst een stukje over de asfaltweg. Slechts één auto passeert ons. Dan volgt een zeer fraai bospad omhoog naar Valberg. Vóór tien uur zitten we al op een terrasje achter een verrukkelijke Italiaanse koffie. Daarna zoeken we een winkeltje voor wat boodschappen en vervolgens strijken we neer op een bankje nèt buiten een parkje (parkje is verboden voor honden) om eens flink te buffelen met melk, yoghurtjes en verse abricozen. Mmmm, lekker.
Na een uurtje lopen we verder over een gemakkelijk pad. Het loopt lekker vlot. Om 12.15 uur zijn we al in Beuil.
Dàt valt even mee, ondanks de warmte. Beuil is een leuk, compact dorpje. We lopen er dwars doorheen, mooi middeleeuws. Maar dan moeten we een diep, heet gat in met een asfaltweg midden op de vlakte. Het is zeker 40 graden. Dit zien we even niet zitten. De moed zakt ons in de schoenen.
We keren terug naar het restaurant "l'Escarpade", waar we al langs waren gekomen op de heenweg. Het heeft een heerlijk terras en zelfs een Michelinster!. Toe maar. We bestellen 2 grote salades en 2 cola. Koffie toe. Na 2 uur zitten
we mudvol en zijn we 55,- euro lichter, maar het was het meer dan waard. Prima kwaliteit, grote portie, goede bediening, fijn terras, zeer vriendelijke mensen, ondanks het feit dat we met een hond komen en er niet
al te fris uitzien bij dit weer. Hierna rapen we de moed weer bij elkaar en duiken nu toch het hete gat in. Het valt 100% mee. Het is nu bewolkt en er staat een windje. Wat een bofkonten zijn wij toch. We gaan nu omhoog naar een col, maar het pad loopt door een koel bos. Vallon de Couillole. We zijn best vlot boven. Om half vijf staan we op de col. We horen en ruiken troupeaux, (duizenden schapen) en waar troupeaux zijn, zijn patous, dus hier wild kamperen is uitgesloten. We kunnen en willen niet tussen de schapen liggen.
Op de col staat een groot houten gebouw met verweerd hout en kleine raampjes. Het is gîte de la Fripounière. www. lafripounière.com tel. 00 33 493 0202 60. Bij Anne-Claude en Patrick zijn we van harte welkom mèt hond. Fantastisch.
Het is een gîte d'étape en we krijgen kamer 13, op de tweede etage. De meest ruime kamer met het oog op de hond. Met badkamer om de hoek. Super. En dat terwijl ze zelf een Tervurense herder en een patou hebben! alsmede vier katten. De patou hebben ze als pup van de dood gered. Toch wel super van de eigenaar om dit beest op te nemen. Het hondje hoorde bij een schaapskudde en de herders vonden hem niet goed genoeg. Ze mishandelden de pup en gooiden hem in de herfst bij de schapen op de vrachtwagen en ze zouden hem wel afknallen, dan waren ze daar maar van af. Patrick heeft de hond gekocht van de herders en hij is nu een uitstekende waakhond voor de gîte.
Als wij met Coco naar buiten willen, moet eerst de patou naar binnen. Dat vinden ze geen probleem. We liggen eerst een uurtje op bed. We zijn zó blij dat we hier terecht kunnen. Het kost 47,- euro p.p. voor demi-pension, dus met avondeten en ontbijt. Netjes. Het avondeten is om 19.15 uur. We zijn met zijn zevenen. 2 Franse toeristen per auto, 1 Franse loper van dagtochten per auto visa versa naar de startplaats en 2 Zwitserse motorrijders.
Het eten is prima en we kunnen jullie dit adres van harte aanbevelen.
Woensdag, 27 juni, 2012 Col de Couillole - St. Sauveur de Tinée
We staan om 5.45 uur op. Het was heet vannacht in de gîte. Wij zijn toch het buitenslapen gewend, en dan ineens binnen.... Ook al staat het raam wagenwijd open.
De patou ligt breeduit in de moestuin op de sla-plantjes, die deze mensen met zoveel zorg en toewijding proberen te laten groeien.......voor hun gasten. Die patou moest niet slapen, die moest vannacht de parkeerplaats bewaken.
Na een uurtje lopen we verder over een gemakkelijk pad. Het loopt lekker vlot. Om 12.15 uur zijn we al in Beuil.
Dàt valt even mee, ondanks de warmte. Beuil is een leuk, compact dorpje. We lopen er dwars doorheen, mooi middeleeuws. Maar dan moeten we een diep, heet gat in met een asfaltweg midden op de vlakte. Het is zeker 40 graden. Dit zien we even niet zitten. De moed zakt ons in de schoenen.
We keren terug naar het restaurant "l'Escarpade", waar we al langs waren gekomen op de heenweg. Het heeft een heerlijk terras en zelfs een Michelinster!. Toe maar. We bestellen 2 grote salades en 2 cola. Koffie toe. Na 2 uur zitten
we mudvol en zijn we 55,- euro lichter, maar het was het meer dan waard. Prima kwaliteit, grote portie, goede bediening, fijn terras, zeer vriendelijke mensen, ondanks het feit dat we met een hond komen en er niet
al te fris uitzien bij dit weer. Hierna rapen we de moed weer bij elkaar en duiken nu toch het hete gat in. Het valt 100% mee. Het is nu bewolkt en er staat een windje. Wat een bofkonten zijn wij toch. We gaan nu omhoog naar een col, maar het pad loopt door een koel bos. Vallon de Couillole. We zijn best vlot boven. Om half vijf staan we op de col. We horen en ruiken troupeaux, (duizenden schapen) en waar troupeaux zijn, zijn patous, dus hier wild kamperen is uitgesloten. We kunnen en willen niet tussen de schapen liggen.
Op de col staat een groot houten gebouw met verweerd hout en kleine raampjes. Het is gîte de la Fripounière. www. lafripounière.com tel. 00 33 493 0202 60. Bij Anne-Claude en Patrick zijn we van harte welkom mèt hond. Fantastisch.
Het is een gîte d'étape en we krijgen kamer 13, op de tweede etage. De meest ruime kamer met het oog op de hond. Met badkamer om de hoek. Super. En dat terwijl ze zelf een Tervurense herder en een patou hebben! alsmede vier katten. De patou hebben ze als pup van de dood gered. Toch wel super van de eigenaar om dit beest op te nemen. Het hondje hoorde bij een schaapskudde en de herders vonden hem niet goed genoeg. Ze mishandelden de pup en gooiden hem in de herfst bij de schapen op de vrachtwagen en ze zouden hem wel afknallen, dan waren ze daar maar van af. Patrick heeft de hond gekocht van de herders en hij is nu een uitstekende waakhond voor de gîte.
Als wij met Coco naar buiten willen, moet eerst de patou naar binnen. Dat vinden ze geen probleem. We liggen eerst een uurtje op bed. We zijn zó blij dat we hier terecht kunnen. Het kost 47,- euro p.p. voor demi-pension, dus met avondeten en ontbijt. Netjes. Het avondeten is om 19.15 uur. We zijn met zijn zevenen. 2 Franse toeristen per auto, 1 Franse loper van dagtochten per auto visa versa naar de startplaats en 2 Zwitserse motorrijders.
Het eten is prima en we kunnen jullie dit adres van harte aanbevelen.
Woensdag, 27 juni, 2012 Col de Couillole - St. Sauveur de Tinée
We staan om 5.45 uur op. Het was heet vannacht in de gîte. Wij zijn toch het buitenslapen gewend, en dan ineens binnen.... Ook al staat het raam wagenwijd open.
De patou ligt breeduit in de moestuin op de sla-plantjes, die deze mensen met zoveel zorg en toewijding proberen te laten groeien.......voor hun gasten. Die patou moest niet slapen, die moest vannacht de parkeerplaats bewaken.
We moeten er wel om lachen.
Om 7 uur is het ontbijt en om 7.30 uur zijn we weer op pad. Eerst hebben we een keisteil pad naar beneden met twee ingestorte stukjes helling en daarna lopen we in een fraaie vallon in het bos gestaag naar beneden. Na een uurtje zijn we in Roubion. Roubion is een prachtig middeleeuws dorpje gebouwd op een rotsrichel, hoog boven een loodrechte vallei. Welke gek wil daar nu wonen?
Om 7 uur is het ontbijt en om 7.30 uur zijn we weer op pad. Eerst hebben we een keisteil pad naar beneden met twee ingestorte stukjes helling en daarna lopen we in een fraaie vallon in het bos gestaag naar beneden. Na een uurtje zijn we in Roubion. Roubion is een prachtig middeleeuws dorpje gebouwd op een rotsrichel, hoog boven een loodrechte vallei. Welke gek wil daar nu wonen?
Ook voor de toerist per auto is het hier niet eenvoudig om te komen. We lopen dwars door het schitterend gerestaureerde dorpje en het reeds geopende terras voor de koffie is zeer verleidelijk, maar we slaan het met moeite over. Het is nog vroeg en fris en we hebben nog een heel eind te gaan vandaag en het wordt vast wel weer 35 graden of meer. Het is eigenlijk nù al warm. Via een uitgehakte tunnel lopen wij het zeer fraaie Roubion weer uit over een smalle weg met diepe afgrond, die hoog boven de vallei is aangelegd. De weg is half verhard. Ik zou hier voor geen prijs durven rijden met de auto, maar anderen schijnbaar wel, want 4 x zet een auto ons in de stof, alsmede een brommer en ook nog een auto van de andere kant. Hoe hebben ze elkaar kunnen passeren??? Vermoedelijk langs het randje en hier is geen vangrail. Brrrr. Dat was vast geen feest. De weg is hooguit 3 m
breed en de afgrond gaat 700 m loodrecht naar beneden.
Na een tijdje verlaten we de weg en dalen we sterk af over een zigzaggend bospad naar de rivier. Bij de rivier staan grote waarschuwingsborden dat het hier gevaarlijk is, ingeval van heftige onweersbuien en een plotseling zwellende rivier. Dit soort situaties moet je ook echt niet onderschatten (zie de overstromingen van 2020). Een fruttig, kabbelend beekje kan in een paar minuten veranderen in een woeste stroom, grote bomen en rotsblokken meesleurend. We hebben dit meermalen gezien. En dat niet alleen, blijkt hier. Aan de andere kant van de rivier is een enorme helling van zo'n 800 m hoog geheel naar beneden gegleden. Voor ons ligt een gigantische berg van grote rode brokken scherpe stenen. We moeten onze weg zoeken tussen de rivier en een 3 m hoog blokkenterrein van 150 m breed. Voor ons is dat moeilijk, voor ons hondje is dat nog veel lastiger. Normaliter stuur je hier geen hond overheen, maar we hebben geen keus.
Langs of door de rivier lopen gaat niet, want die verdwijnt in een diepe kloof. Het is de Vionène. Dus eerst maar door de rivier waden naar de overkant en dan maar klimmen en klauteren met zijn drieën. Na een uurtje zijn we alle drie ongeschonden aan de andere kant. Heel knap gedaan van Coco en zijn pootjes zijn ook nog heel.
Nu moeten we nog over een paar afgeknapte bomen klimmen, die kris kras over elkaar liggen en dan vinden we een vaag pad in het bos. Daarna moeten we min of meer op handen en voeten rechtstandig omhoog klimmen en komen weer op het oorspronkelijke pad uit. Ons hondje doet het geweldig. Ze omklemd met de voorpootjes de boomwortels en trekt dan de achterpootjes bij. Geweldig. Ja, haar tillen (20 kg) konden we niet op deze helling.
We lopen langs een prachtig irrigatiekanaal, nog geheel in tact en operationeel. Het paadje er langs is wel smal en de afgrond diep. Gelukkig groeien er bomen op de helling, dan lijkt het minder eng.
Na een tijdje komen we bij de volgende hindernis: Wéér een ingestorte helling. Nu staan we niet aan de onderkant, maar halfweg op de flank. Ergens halfweg boven mij aan de ingezakte kant, zie ik een richeltje van het ingestorte pad. Daar durf ik echt niet overheen. Véél te smal. Gelukkig, dat hoeft ook niet. Ons pad gaat ineens scherp naar beneden en daarna weer via boomwortels steil omhoog. Een soort omleiding, zeg maar. Bij een steenmannetje komen we weer bij het oorspronkelijke pad. Een tiental meters beneden ons zien we nog steeds het irrigatiekanaal lopen. In het boekje lees ik later dat het 8 km lang is en via Roure naar St. Sauveur de Tinée de rivier de Tinée in stroomt. We zijn nu bijna aan de overkant van de kloof van de Vionène en zien Roubion fraai liggen, vastgeplakt op de rechte hoge rotsen. Hadden ze er een brug overheen gelegd, dan stonden we hier 5 minuten later, nu deden we er bijna drie en een half uur over!!!
Het pad wat we nu door de kloof volgen is schitterend, maar wel smal en met diepe gaten. Met mijn hoogtevrees
is het niet gemakkelijk. We komen bij gehucht La Cérise. Drie hutten tegen een steile wand en er wonen ook nog mensen. Om 12.15 uur gaan we picknicken onder een boom met een paar keien en gras. De plek is hier iets ruimer en we zitten nèt voor Roure. Het is inmiddels weer verzengend heet: zo'n 35 graden. We blijven geruime tijd zitten,
maar we moeten verder.
breed en de afgrond gaat 700 m loodrecht naar beneden.
Na een tijdje verlaten we de weg en dalen we sterk af over een zigzaggend bospad naar de rivier. Bij de rivier staan grote waarschuwingsborden dat het hier gevaarlijk is, ingeval van heftige onweersbuien en een plotseling zwellende rivier. Dit soort situaties moet je ook echt niet onderschatten (zie de overstromingen van 2020). Een fruttig, kabbelend beekje kan in een paar minuten veranderen in een woeste stroom, grote bomen en rotsblokken meesleurend. We hebben dit meermalen gezien. En dat niet alleen, blijkt hier. Aan de andere kant van de rivier is een enorme helling van zo'n 800 m hoog geheel naar beneden gegleden. Voor ons ligt een gigantische berg van grote rode brokken scherpe stenen. We moeten onze weg zoeken tussen de rivier en een 3 m hoog blokkenterrein van 150 m breed. Voor ons is dat moeilijk, voor ons hondje is dat nog veel lastiger. Normaliter stuur je hier geen hond overheen, maar we hebben geen keus.
Langs of door de rivier lopen gaat niet, want die verdwijnt in een diepe kloof. Het is de Vionène. Dus eerst maar door de rivier waden naar de overkant en dan maar klimmen en klauteren met zijn drieën. Na een uurtje zijn we alle drie ongeschonden aan de andere kant. Heel knap gedaan van Coco en zijn pootjes zijn ook nog heel.
Nu moeten we nog over een paar afgeknapte bomen klimmen, die kris kras over elkaar liggen en dan vinden we een vaag pad in het bos. Daarna moeten we min of meer op handen en voeten rechtstandig omhoog klimmen en komen weer op het oorspronkelijke pad uit. Ons hondje doet het geweldig. Ze omklemd met de voorpootjes de boomwortels en trekt dan de achterpootjes bij. Geweldig. Ja, haar tillen (20 kg) konden we niet op deze helling.
We lopen langs een prachtig irrigatiekanaal, nog geheel in tact en operationeel. Het paadje er langs is wel smal en de afgrond diep. Gelukkig groeien er bomen op de helling, dan lijkt het minder eng.
Na een tijdje komen we bij de volgende hindernis: Wéér een ingestorte helling. Nu staan we niet aan de onderkant, maar halfweg op de flank. Ergens halfweg boven mij aan de ingezakte kant, zie ik een richeltje van het ingestorte pad. Daar durf ik echt niet overheen. Véél te smal. Gelukkig, dat hoeft ook niet. Ons pad gaat ineens scherp naar beneden en daarna weer via boomwortels steil omhoog. Een soort omleiding, zeg maar. Bij een steenmannetje komen we weer bij het oorspronkelijke pad. Een tiental meters beneden ons zien we nog steeds het irrigatiekanaal lopen. In het boekje lees ik later dat het 8 km lang is en via Roure naar St. Sauveur de Tinée de rivier de Tinée in stroomt. We zijn nu bijna aan de overkant van de kloof van de Vionène en zien Roubion fraai liggen, vastgeplakt op de rechte hoge rotsen. Hadden ze er een brug overheen gelegd, dan stonden we hier 5 minuten later, nu deden we er bijna drie en een half uur over!!!
Het pad wat we nu door de kloof volgen is schitterend, maar wel smal en met diepe gaten. Met mijn hoogtevrees
is het niet gemakkelijk. We komen bij gehucht La Cérise. Drie hutten tegen een steile wand en er wonen ook nog mensen. Om 12.15 uur gaan we picknicken onder een boom met een paar keien en gras. De plek is hier iets ruimer en we zitten nèt voor Roure. Het is inmiddels weer verzengend heet: zo'n 35 graden. We blijven geruime tijd zitten,
maar we moeten verder.
Verroest - hier staat een bordje dat deze weg - die we nèt achter de rug hebben - voorlopig is afgesloten.
Rare snurkers, die Fransen, zet zo'n bordje dan ook aan de overkant bij Roubion!
Ach, we zijn er zonder gebroken benen overheen gekomen. Het alternatief over de veel langere D 30 naar
St. Sauveur de Tinée was ook geen feest geworden over bloedheet asfalt met jankende Italiaanse motoren en andere weggebruikers. Maar dat is dan het alternatief. Onthoudt het i.v.m. de overstromingen van 2020.
Roure is ook een leuk middeleeuws dorpje en ook hoog tegen de wand geplakt, nèt als Roubion.
We kennen Roure nog van de GR 5, van 3 jaar geleden. De GR 5 en de GR 52 A lopen nu parallel tot St Dalmas de Valdeblore. Daarna splitsen ze zich weer.
Rare snurkers, die Fransen, zet zo'n bordje dan ook aan de overkant bij Roubion!
Ach, we zijn er zonder gebroken benen overheen gekomen. Het alternatief over de veel langere D 30 naar
St. Sauveur de Tinée was ook geen feest geworden over bloedheet asfalt met jankende Italiaanse motoren en andere weggebruikers. Maar dat is dan het alternatief. Onthoudt het i.v.m. de overstromingen van 2020.
Roure is ook een leuk middeleeuws dorpje en ook hoog tegen de wand geplakt, nèt als Roubion.
We kennen Roure nog van de GR 5, van 3 jaar geleden. De GR 5 en de GR 52 A lopen nu parallel tot St Dalmas de Valdeblore. Daarna splitsen ze zich weer.
Van Roure naar St. Sauveur de Tinée is een fraaie lange steile afdaling op een bloedhete helling, die ons nog heel goed heugt van de GR 5. Af en toe zien we het waterkanaal weer, nu in sterk afgeslankte vorm. Er wordt dus veel water uit getapt in Roure.
Coco gaat een paar keer liggen en wil niet meer. Zij is vermoedelijk bevangen door de hitte met haar dikke jas aan. Schotse collies hebben een enorme vacht, goed voor de Highlands in Schotland maar met 40 graden en geen zuchtje wind is het haar echt te veel. We hebben het zelf ook wel warm met die dikke zak op.
Om 15.30 uur zijn we op de camping in St. Sauveur. We gaan eerst languit liggen bijkomen. Alle drie.
Dan moet ik de tent opzetten en gaan we boodschappen doen. Dit kan bij de bakker rechts en bij de alimentation links op de hoofdstraat. Daarna gaan we bij de kroeg met de stoeltjes op straat een lekker koud pilsje drinken en de bushalte zoeken. Bushalte???? Ja, de bushalte. Bus nr. 740 gaat morgenochtend om 8.45 uur richting Nice.
Tja, we houden er mee op. We zijn totaal gesloopt door de hitte. Ook de komende dagen blijft het onverminderd heet, volgens de voorspellingen. Met een rugzak op van 18 en 20 kg en onze leeftijd is 2 x 5 dagen = 160 km, meer dan genoeg bij deze temperaturen. Zeker ook voor de hond moeten we stoppen. Zij heeft het helemaal gehad.
Het laatste stuk naar Sospel houden jullie nog te goed. Wanneer? Geen idee. Maar we maken het wel af. De terreur van de rood/witte streepjes, zal ik maar zeggen.
Attentie: de camping in St. Sauveur le Tinée met gîte is een jaar later gesloten, omdat het drinkwater in het dal is afgekeurd. Ook i.v.m. de overstromingen van 2020, moet je eerst nagaan wat er nog over is van het dorp.
Terugtocht met het openbaar vervoer naar Colmars-les-Alpes gaat uitstekend.
We maken een spectaculaire tocht met een goedgevulde bus van Lignes d'Azur door de prachtige kloof van de Tinée. Zie internet www.cg06.fr. voor de dienstregeling. Bus 740. Kosten: 1 euro p.p.
We gaan niet helemaal tot Nice, maar stappen uit in Colomars Gare. (Achteraf gezien was misschien St. Martin du Var een betere keuze geweest. - meer dorp, meer voorzieningen, wel wat verder lopen naar het treinstation. )
We moeten heel lang wachten. Onze Train des Pignes gaat pas om 13.22 uur. We lopen een tijdje langs de weg richting Nice en vinden een leuke pizzeria/restaurant in een verbouwd oud stationnetje van La Manda met partytenten in de tuin. We drinken eerst rustig 2 koffie, nemen daarna uitgebreid een ijsje en op het laatst een heerlijke salade. Het is hier goed toeven. Om 13.00 uur lopen we weer terug naar het stationnnetje van Colomars Gare. De trein is wederom een oud schud-en-beuk vehikel en we gaan wederom over een spectaculair traject langs de rivier de Var. Om 15.20 uur stappen we uit in Thorame-Haute. Een zeer desolate plaats met een stationnetje, een kerkje en een kroeg die al jaren gesloten is. Volgens de dienstregeling op internet gaat er om 15.40 uur een bus naar Colmars les Alpes. Verdomd, er staat een 8-persoonsbusje en die vertrekt braaf iets later dan gepland. Ze wacht nog op de trein uit tegengestelde richting. Je weet maar nooit of er nog een klant bij zit. Maar die is er niet, dus we hebben de bus voor ons alleen. Rond half 5 zijn we weer op camping Les Pommiers bij onze auto. Perfekt.
Het is hier weer een stuk frisser, dat wil zeggen, een aangename 25 graden.
Alle openbaar vervoer kan je vinden op internet bij www.trainprovence.com
Coco gaat een paar keer liggen en wil niet meer. Zij is vermoedelijk bevangen door de hitte met haar dikke jas aan. Schotse collies hebben een enorme vacht, goed voor de Highlands in Schotland maar met 40 graden en geen zuchtje wind is het haar echt te veel. We hebben het zelf ook wel warm met die dikke zak op.
Om 15.30 uur zijn we op de camping in St. Sauveur. We gaan eerst languit liggen bijkomen. Alle drie.
Dan moet ik de tent opzetten en gaan we boodschappen doen. Dit kan bij de bakker rechts en bij de alimentation links op de hoofdstraat. Daarna gaan we bij de kroeg met de stoeltjes op straat een lekker koud pilsje drinken en de bushalte zoeken. Bushalte???? Ja, de bushalte. Bus nr. 740 gaat morgenochtend om 8.45 uur richting Nice.
Tja, we houden er mee op. We zijn totaal gesloopt door de hitte. Ook de komende dagen blijft het onverminderd heet, volgens de voorspellingen. Met een rugzak op van 18 en 20 kg en onze leeftijd is 2 x 5 dagen = 160 km, meer dan genoeg bij deze temperaturen. Zeker ook voor de hond moeten we stoppen. Zij heeft het helemaal gehad.
Het laatste stuk naar Sospel houden jullie nog te goed. Wanneer? Geen idee. Maar we maken het wel af. De terreur van de rood/witte streepjes, zal ik maar zeggen.
Attentie: de camping in St. Sauveur le Tinée met gîte is een jaar later gesloten, omdat het drinkwater in het dal is afgekeurd. Ook i.v.m. de overstromingen van 2020, moet je eerst nagaan wat er nog over is van het dorp.
Terugtocht met het openbaar vervoer naar Colmars-les-Alpes gaat uitstekend.
We maken een spectaculaire tocht met een goedgevulde bus van Lignes d'Azur door de prachtige kloof van de Tinée. Zie internet www.cg06.fr. voor de dienstregeling. Bus 740. Kosten: 1 euro p.p.
We gaan niet helemaal tot Nice, maar stappen uit in Colomars Gare. (Achteraf gezien was misschien St. Martin du Var een betere keuze geweest. - meer dorp, meer voorzieningen, wel wat verder lopen naar het treinstation. )
We moeten heel lang wachten. Onze Train des Pignes gaat pas om 13.22 uur. We lopen een tijdje langs de weg richting Nice en vinden een leuke pizzeria/restaurant in een verbouwd oud stationnetje van La Manda met partytenten in de tuin. We drinken eerst rustig 2 koffie, nemen daarna uitgebreid een ijsje en op het laatst een heerlijke salade. Het is hier goed toeven. Om 13.00 uur lopen we weer terug naar het stationnnetje van Colomars Gare. De trein is wederom een oud schud-en-beuk vehikel en we gaan wederom over een spectaculair traject langs de rivier de Var. Om 15.20 uur stappen we uit in Thorame-Haute. Een zeer desolate plaats met een stationnetje, een kerkje en een kroeg die al jaren gesloten is. Volgens de dienstregeling op internet gaat er om 15.40 uur een bus naar Colmars les Alpes. Verdomd, er staat een 8-persoonsbusje en die vertrekt braaf iets later dan gepland. Ze wacht nog op de trein uit tegengestelde richting. Je weet maar nooit of er nog een klant bij zit. Maar die is er niet, dus we hebben de bus voor ons alleen. Rond half 5 zijn we weer op camping Les Pommiers bij onze auto. Perfekt.
Het is hier weer een stuk frisser, dat wil zeggen, een aangename 25 graden.
Alle openbaar vervoer kan je vinden op internet bij www.trainprovence.com
Deel III
Het laatste deel van de GR 52A
Omdat we de vorige keer nogal abrupt gestopt waren met onze tocht, omdat we gesloopt waren door de hitte
en onze hond niet meer verder wilde, moet ik jullie nog 1 à 2 etappes beschrijven, die we niet bij de GR 52A gedaan hebben, omdat we die al kenden van de GR5. Maar om de tocht compleet te lopen, moeten jullie die nog wel doen.
Van St. Sauveur de Tinée naar St. Dalmas de Valdeblore (en waarschijnlijk) naar
St. Sauveur de Vésubie).
We lopen omhoog naar Rimplas. Het is er uitgestorven. Nergens koffie te krijgen. Dan naar beneden en via een fraaie Romeinse steile bosweg naar boven. Je kan picknicken in Bolline in een parkje. Pas op, veel hondenpoep.
Je hebt hier een mooi uitzicht. Pas op, vanaf hier lopen de GR 5 en de GR 52A soms parallel, soms ieder een
kant op. Je komt aardig in de war met die rood/witte streepjes. Kijk goed in het boekje.
Uiteindelijk kom je in St. Dalmas de Valdeblore na ongeveer 3,5 uur. Dat is eigenlijk geen volle dag. Je zou
door kunnen lopen naar St. Martin de Vésubie. Dan komt er nog 2,5 uur bij.
Mocht je in St. Dalmas blijven overnachten, ga dan naar de camping van Myriam Le Duff. Dat is de boeren-
camping rechts vóór het dorp. Een prima camping voor lopers. Myriam le Duff heeft zelf alles in de bergen
gelopen. Alles wat je nodig hebt is er. E-mail: bernard.leduff@wanadoo.fr. Tel. 0033 493028330 of 0033684158455.
Met de GR 5 stonden we op de gemeentecamping aan het eind van het dorp en dat was geen goede keuze.
Met de GR 52 stonden we bij haar en dat was uitstekend.
Helaas is de camping verboden voor honden. Zelf heeft ze 2 Duitse herders. Maar ze wil geen gedoe.
St. Dalmas heeft een prima winkeltje, een bakker, een kroeg en een gîte aan het eind van het dorp. De beheerder
is berggids. Het dorp is fraai middeleeuws. Ga maar even kijken.
Als je verder gaat naar St. Sauveur de Vésubie let dan goed op. In St. Dalmas de Valdeblore lopen 3 GR routes
in- en uit (zoals in Sospel). De Gr 5 loopt door het dorp en buigt direkt daarna af naar het zuiden richting Caire Cros. De GR 52 gaat midden in het dorp naar links naar het noorden naar Col de Veillos. De GR 52A gaat helemaal door het dorp naar Col St. Martin la Colmiane.
Het laatste deel van de GR 52A
Omdat we de vorige keer nogal abrupt gestopt waren met onze tocht, omdat we gesloopt waren door de hitte
en onze hond niet meer verder wilde, moet ik jullie nog 1 à 2 etappes beschrijven, die we niet bij de GR 52A gedaan hebben, omdat we die al kenden van de GR5. Maar om de tocht compleet te lopen, moeten jullie die nog wel doen.
Van St. Sauveur de Tinée naar St. Dalmas de Valdeblore (en waarschijnlijk) naar
St. Sauveur de Vésubie).
We lopen omhoog naar Rimplas. Het is er uitgestorven. Nergens koffie te krijgen. Dan naar beneden en via een fraaie Romeinse steile bosweg naar boven. Je kan picknicken in Bolline in een parkje. Pas op, veel hondenpoep.
Je hebt hier een mooi uitzicht. Pas op, vanaf hier lopen de GR 5 en de GR 52A soms parallel, soms ieder een
kant op. Je komt aardig in de war met die rood/witte streepjes. Kijk goed in het boekje.
Uiteindelijk kom je in St. Dalmas de Valdeblore na ongeveer 3,5 uur. Dat is eigenlijk geen volle dag. Je zou
door kunnen lopen naar St. Martin de Vésubie. Dan komt er nog 2,5 uur bij.
Mocht je in St. Dalmas blijven overnachten, ga dan naar de camping van Myriam Le Duff. Dat is de boeren-
camping rechts vóór het dorp. Een prima camping voor lopers. Myriam le Duff heeft zelf alles in de bergen
gelopen. Alles wat je nodig hebt is er. E-mail: bernard.leduff@wanadoo.fr. Tel. 0033 493028330 of 0033684158455.
Met de GR 5 stonden we op de gemeentecamping aan het eind van het dorp en dat was geen goede keuze.
Met de GR 52 stonden we bij haar en dat was uitstekend.
Helaas is de camping verboden voor honden. Zelf heeft ze 2 Duitse herders. Maar ze wil geen gedoe.
St. Dalmas heeft een prima winkeltje, een bakker, een kroeg en een gîte aan het eind van het dorp. De beheerder
is berggids. Het dorp is fraai middeleeuws. Ga maar even kijken.
Als je verder gaat naar St. Sauveur de Vésubie let dan goed op. In St. Dalmas de Valdeblore lopen 3 GR routes
in- en uit (zoals in Sospel). De Gr 5 loopt door het dorp en buigt direkt daarna af naar het zuiden richting Caire Cros. De GR 52 gaat midden in het dorp naar links naar het noorden naar Col de Veillos. De GR 52A gaat helemaal door het dorp naar Col St. Martin la Colmiane.
Zaterdag, 21 juli, 2012
.
Verifieer de situatie in St. Martin de Vésubie. Met de overstromingen van 2020, waarbij de Vésubie 8 m omhoog
kwam, zijn wegen, bruggen en huizen weggespoeld. Misschien ook de camping......
We zijn vandaag naar St. Martin de Vesubie gereden en pakken morgen de draad weer op van de GR 52 A.
(We hebben 16 jaar een huis in Embrun aan het Lac de Serre Ponçon gehad, waardoor wij eenvoudiger naar de GR routes in de Franse Alpen konden rijden).
We staan in St. Martin de Vésubie op de kleine camping Ferme St. Joseph. We zitten precies in het hoogseizoen, dus het is er afgelaaien vol. Tant pis (pech gehad). Naast ons staan mensen in een minuscuul klein tentje, hooguit 50 cm hoog. Daar slapen nog twee volwassenen in ook. Daar moet je met een schoenlepel in en vooral niet meer bewegen.
Ja, zo kan je wel licht lopen, maar het lijkt zeer oncomfortabel en tijdens een stortbui is het helemaal een drama. Waar laten die nu hun rugzakken??
Zondag, 22 juli, 2012 St. Martin de Vésubie / Colmiane vice versa
We gaan eerst vanuit St Martin de Vésubie omhoog naar Colmiane (richting St. Dalmas de Valdeblore) voor een dagtocht. Eerst dwars door het dorp met vele trappen omhoog langs een gootje (gargouille). Heel fraai middeleeuws, dat St. Martin. Het lijkt een beetje op Tende. Ze hebben hier nog al wat historische en pittoreske stadjes. Allemaal heel mooi. Halfweg de route hebben wij een fraai beeld op Venanson, gebouwd boven op een rotsrichel.
Het lijkt zo een beetje op Piëne Haute. We hebben ook een fraai zicht van bovenaf op St. Martin. Heel mooi, met het eerste zonlicht. We lopen over een fraaie oude Romeinse weg of ezelspad ( de zoveelste in Zuid Frankrijk),die geleidelijk omhoog gaat door het bos. Boven bij Colmiane moeten we een stukje parallel aan de weg lopen, maar dat is niet erg. Het is hier nog hartstikke rustig. La Colmiane is duidelijk een ski-oord. We zijn al om tien uur boven. We kijken even over de rand naar beneden en zien de camping municipal en St. Dalmas de Valdeblore liggen. Het gaat te ver om even een half uur naar beneden te lopen om Myriam le Duff een handje te schudden
(GR 52) van de prima boerencamping. Dank zij haar hoefden we vorig jaar dit pad niet te lopen vanaf St. Martin in het noodweer 's avonds om 19.00 uur, toen we met de bus van Nice naar St. Martin reden. Zij was zo lief om ons op te halen, nadat we tevoren gebeld hadden. Nu konden we niet bij haar staan, omdat we de hond bij ons hebben en haar camping is verboden voor honden. Daarom de keuze voor St. Martin de Vésubie - Ferme St. Joseph en de wandeling op en neer naar Colmiane.
Op de col drinken we koffie op een terrasje, in een stevig windje. Alle wijnglazen vallen om.
Het is hier zelfs aan de koude kant, maar de koffie is lekker. Omdat we niet de terugweg over hetzelfde pad willen lopen, kiezen we voor de Vallon de Vernet naar beneden naar St. Martin. Hij is keurig geel gemarkeerd. Eerst
krijg je een meertje aan je linkerhand en dan ga je keisteil door het bos naar beneden. Het is een prachtig pad en het gaat ook veel sneller, maar sommige passages met glijsteentjes kan ik niet houden met mijn enkels en knieën en dus doe ik hele stukken op mijn kont. Dat gaat ook. Je krijgt er wel vuile handen van, maar die was ik straks wel. Nog nèt in het bos gaan we vóór 12 uur picknicken, anders zitten we zó in het dorp. Via de Chemin vert - de groene weg - lopen we keurig om het dorp heen. We zijn weer vroeg terug en hebben een halve rustdag.
Het weer is beduidend anders als een maand geleden.
.
Verifieer de situatie in St. Martin de Vésubie. Met de overstromingen van 2020, waarbij de Vésubie 8 m omhoog
kwam, zijn wegen, bruggen en huizen weggespoeld. Misschien ook de camping......
We zijn vandaag naar St. Martin de Vesubie gereden en pakken morgen de draad weer op van de GR 52 A.
(We hebben 16 jaar een huis in Embrun aan het Lac de Serre Ponçon gehad, waardoor wij eenvoudiger naar de GR routes in de Franse Alpen konden rijden).
We staan in St. Martin de Vésubie op de kleine camping Ferme St. Joseph. We zitten precies in het hoogseizoen, dus het is er afgelaaien vol. Tant pis (pech gehad). Naast ons staan mensen in een minuscuul klein tentje, hooguit 50 cm hoog. Daar slapen nog twee volwassenen in ook. Daar moet je met een schoenlepel in en vooral niet meer bewegen.
Ja, zo kan je wel licht lopen, maar het lijkt zeer oncomfortabel en tijdens een stortbui is het helemaal een drama. Waar laten die nu hun rugzakken??
Zondag, 22 juli, 2012 St. Martin de Vésubie / Colmiane vice versa
We gaan eerst vanuit St Martin de Vésubie omhoog naar Colmiane (richting St. Dalmas de Valdeblore) voor een dagtocht. Eerst dwars door het dorp met vele trappen omhoog langs een gootje (gargouille). Heel fraai middeleeuws, dat St. Martin. Het lijkt een beetje op Tende. Ze hebben hier nog al wat historische en pittoreske stadjes. Allemaal heel mooi. Halfweg de route hebben wij een fraai beeld op Venanson, gebouwd boven op een rotsrichel.
Het lijkt zo een beetje op Piëne Haute. We hebben ook een fraai zicht van bovenaf op St. Martin. Heel mooi, met het eerste zonlicht. We lopen over een fraaie oude Romeinse weg of ezelspad ( de zoveelste in Zuid Frankrijk),die geleidelijk omhoog gaat door het bos. Boven bij Colmiane moeten we een stukje parallel aan de weg lopen, maar dat is niet erg. Het is hier nog hartstikke rustig. La Colmiane is duidelijk een ski-oord. We zijn al om tien uur boven. We kijken even over de rand naar beneden en zien de camping municipal en St. Dalmas de Valdeblore liggen. Het gaat te ver om even een half uur naar beneden te lopen om Myriam le Duff een handje te schudden
(GR 52) van de prima boerencamping. Dank zij haar hoefden we vorig jaar dit pad niet te lopen vanaf St. Martin in het noodweer 's avonds om 19.00 uur, toen we met de bus van Nice naar St. Martin reden. Zij was zo lief om ons op te halen, nadat we tevoren gebeld hadden. Nu konden we niet bij haar staan, omdat we de hond bij ons hebben en haar camping is verboden voor honden. Daarom de keuze voor St. Martin de Vésubie - Ferme St. Joseph en de wandeling op en neer naar Colmiane.
Op de col drinken we koffie op een terrasje, in een stevig windje. Alle wijnglazen vallen om.
Het is hier zelfs aan de koude kant, maar de koffie is lekker. Omdat we niet de terugweg over hetzelfde pad willen lopen, kiezen we voor de Vallon de Vernet naar beneden naar St. Martin. Hij is keurig geel gemarkeerd. Eerst
krijg je een meertje aan je linkerhand en dan ga je keisteil door het bos naar beneden. Het is een prachtig pad en het gaat ook veel sneller, maar sommige passages met glijsteentjes kan ik niet houden met mijn enkels en knieën en dus doe ik hele stukken op mijn kont. Dat gaat ook. Je krijgt er wel vuile handen van, maar die was ik straks wel. Nog nèt in het bos gaan we vóór 12 uur picknicken, anders zitten we zó in het dorp. Via de Chemin vert - de groene weg - lopen we keurig om het dorp heen. We zijn weer vroeg terug en hebben een halve rustdag.
Het weer is beduidend anders als een maand geleden.
Maandag, 23 juli, 2012 St. Martin de Vésubie - Belvédère/Gordolasque
Het heeft vannacht geregend. Om half zes gaat de wekker. Het is nog schemerdonker. Om 7 uur lopen we de camping af. Eerst hebben we bijna 5 km een plat pad over een boerenweg. Mooi uitzicht op Venanson, dat nog in de schaduw ligt. Later wordt het smalle asfaltweggetje een gruispad en dan wordt het steeds smaller tot het ophoudt bij wat verlaten hutjes en een boer, die alle markeringen van de boom heeft weggekrast. Hij houdt zeker niet van wandelaars.
We zoeken ons pad naar links en even later staat er op een stuk beton geschreven met viltstift:
Berthemont GR 52 A. Gelukkig, we hebben het pad weer gevonden!
Nu moeten we steil naar boven tot bijna 1300 m en vervolgens steil zigzaggend afdalen op een totaal overwoekerd pad over een verlaten kastanje-aanplant. Eindelijk komen we bij de ingang van het kuuroord. Er staan twee bankjes in de zon en in de harde koude wind. Hoe anders is het weer van een maand geleden.
We gaan er zitten picknicken. Kuuroord gangers kijken ons verbijsterd aan. Ze dragen een tasje met Vie-vitaal, met allerlei zooi erin, die je portemonnaie vast niet vitaal maakt. Gewoon een GR gaan lopen, daar wordt je véél fitter van. Jammer, we komen niet in Berthemont zelf, dus geen terrasje met koffie en geen bakker.Ach, hartkeks werken ook. Daarna krijgen we een lekker zigzaggend pad door het bos naar boven, helaas met een koude, harde wind. Het stormt gewoon. Zijn we helemaal boven, dan krijgen we weer net zo'n pad naar beneden. Het houdt je wel bezig. Daarna krijgen we een partijtje richeltjes lopen langs een supersteile helling. Dit vind ik helemaal niet leuk. Ik loop langzaam van de schrik en het duurt eindeloos. Ik ben altijd bang dat ik op zo'n pad struikel. Ik ben ook altijd bang in de auto als we in een lange tunnel rijden dat we motorpech krijgen. Stom natuurlijk, maar ik heb dat nu eenmaal. Onze Coco heeft nergens last van en loopt dapper op de richeltjes. Eindelijk wordt het weer een normaal bospad en lopen we plotseling langs een waterkanaal. Dit duurt een heel eind, en dan wordt het ineens een betonnen wandelpad met trapjes en hekjes en staan we in Belvédère. Er is helaas niet veel te beleven. Eén terrasje bij het kerkpleintje, waar we uitrusten en een colaatje drinken.
Het heeft vannacht geregend. Om half zes gaat de wekker. Het is nog schemerdonker. Om 7 uur lopen we de camping af. Eerst hebben we bijna 5 km een plat pad over een boerenweg. Mooi uitzicht op Venanson, dat nog in de schaduw ligt. Later wordt het smalle asfaltweggetje een gruispad en dan wordt het steeds smaller tot het ophoudt bij wat verlaten hutjes en een boer, die alle markeringen van de boom heeft weggekrast. Hij houdt zeker niet van wandelaars.
We zoeken ons pad naar links en even later staat er op een stuk beton geschreven met viltstift:
Berthemont GR 52 A. Gelukkig, we hebben het pad weer gevonden!
Nu moeten we steil naar boven tot bijna 1300 m en vervolgens steil zigzaggend afdalen op een totaal overwoekerd pad over een verlaten kastanje-aanplant. Eindelijk komen we bij de ingang van het kuuroord. Er staan twee bankjes in de zon en in de harde koude wind. Hoe anders is het weer van een maand geleden.
We gaan er zitten picknicken. Kuuroord gangers kijken ons verbijsterd aan. Ze dragen een tasje met Vie-vitaal, met allerlei zooi erin, die je portemonnaie vast niet vitaal maakt. Gewoon een GR gaan lopen, daar wordt je véél fitter van. Jammer, we komen niet in Berthemont zelf, dus geen terrasje met koffie en geen bakker.Ach, hartkeks werken ook. Daarna krijgen we een lekker zigzaggend pad door het bos naar boven, helaas met een koude, harde wind. Het stormt gewoon. Zijn we helemaal boven, dan krijgen we weer net zo'n pad naar beneden. Het houdt je wel bezig. Daarna krijgen we een partijtje richeltjes lopen langs een supersteile helling. Dit vind ik helemaal niet leuk. Ik loop langzaam van de schrik en het duurt eindeloos. Ik ben altijd bang dat ik op zo'n pad struikel. Ik ben ook altijd bang in de auto als we in een lange tunnel rijden dat we motorpech krijgen. Stom natuurlijk, maar ik heb dat nu eenmaal. Onze Coco heeft nergens last van en loopt dapper op de richeltjes. Eindelijk wordt het weer een normaal bospad en lopen we plotseling langs een waterkanaal. Dit duurt een heel eind, en dan wordt het ineens een betonnen wandelpad met trapjes en hekjes en staan we in Belvédère. Er is helaas niet veel te beleven. Eén terrasje bij het kerkpleintje, waar we uitrusten en een colaatje drinken.
Dan kruimelen we Belvédère uit naar beneden naar de rivier de Gordolasque. De camping mevrouw van Ferme St. Joseph, zei dat het beter was om hier ergens te gaan wildkamperen en niet helemaal af te zakken naar de camping van Rocquebillière, wat wel ons plan was, maar dat is te veel omlaag en weer omhoog, zodat we dan de volgende dag
Col de Turini niet halen, en daar hebben we een hotel besproken. Dus, we luisteren naar de deskundige met ervaring.
Col de Turini niet halen, en daar hebben we een hotel besproken. Dus, we luisteren naar de deskundige met ervaring.
Meteen nà de brug du Véseau vinden we linksaf achter een ketting de enige platte wildstek
naast een enorme puinhelling. Ik hoop dat die dikke keien niet naar beneden gaan vallen, want
dat overleven we niet. Verder is het een goed stekje op grind, met een paadje naar beneden naar
de rivier. De tent zetten we vast met keien, i.p.v. met haringen. Koos bouwt een randje keien om het gruis tegen
te houden, maar als er dikke keien loskomen en doorstuiteren, dan overleven wij dat niet in zo'n tentje.
Hopen dat er geen onweer komt en alle keien blijven liggen waar ze zijn.
Er komt nog een visser langs met zijn zoontje, maar daar hebben we verder geen last van.
naast een enorme puinhelling. Ik hoop dat die dikke keien niet naar beneden gaan vallen, want
dat overleven we niet. Verder is het een goed stekje op grind, met een paadje naar beneden naar
de rivier. De tent zetten we vast met keien, i.p.v. met haringen. Koos bouwt een randje keien om het gruis tegen
te houden, maar als er dikke keien loskomen en doorstuiteren, dan overleven wij dat niet in zo'n tentje.
Hopen dat er geen onweer komt en alle keien blijven liggen waar ze zijn.
Er komt nog een visser langs met zijn zoontje, maar daar hebben we verder geen last van.
Dinsdag, 24 juli, 2012 Gordolasque - Col de Turini
Ik heb bijna niet geslapen vannacht. Beesten, waarschijnlijk een groep gemzen, kwamen vannacht over de puinhelling naar beneden denderen, vermoedelijk om te drinken bij de rivier. Daarbij trapten ze hele keienregens los. Flinke brokken ploften naar beneden, nèt naast onze tent. Koos had dan wel een klein muurtje gestapeld
( 30cm), maar dikke keien, die op springen of uit elkaar spatten, gaan dwars door de tent heen en dan is het einde
verhaal. Ik was dus doodsbang vannacht.
Ik ben blij dat het licht is om 5.45 uur en ik ga me vast wassen bij de rivier de Gordolasque. Deze ontspringt in de Mercantour - hij stroomt uit het Lac des Fous, bij refuge de Nice - waar wij wild gekampeerd hebben op de
GR 52. Om 7.30 uur lopen wij volgepakt weer verder, gelukkig, weg van de gevaarlijke puinhelling.
Eerst hebben we een stukje asfaltweg en dan gaan we door een fraai bos naar Flaut (866m). Daar is een picknickplaats met drie oerlelijke bunkers van de Italianen in 1940-1945. Dit gebied was n.l. vóór de oorlog Italiaans. Pas na 1945 is het in Franse handen gekomen als herstelbetaling van Mussolini. In het boekje staat dat hier water is bij de bunkers, maar dat hebben we nergens kunnen vinden.
We zakken wat af tot een waterkanaal en een grasveldje bij wat huizen en daar gaan we ontbijten met brood en jam. Daarna dalen we verder af over een overwoekerd pad tot diep in de kloof van de Rau. Hier was een bivak onmogelijk geweest en bovendien was het gisteren veel te ver geworden. Daarna gaan we weer omhoog naar Bollène-Vésubie.
Om 10 uur zitten we op een terrasje aan de koffie. Heerlijk. We genieten er echt van. Ook van de stoel. De hele tijd op de grond zitten wordt ook vermoeiend op den duur. Daarna kunnen wij het pad niet zo goed vinden. Slecht gemarkeerd in het dorp. Een man in het dorp die we de weg vragen, stuurt ons helemaal de verkeerde kant op. Wat een ellende. Trap op trap af en weer verkeerd. We zijn zo een half uur kwijt èn veel energie.
Uiteindelijk moeten we via trappen helemaal naar beneden. We komen langs een antieke rioolzuivering, die erg stinkt en naderhand zijn afvalwater loost op het waterkanaal en de rivier. Dit kan beter Fransen!!
Ik heb bijna niet geslapen vannacht. Beesten, waarschijnlijk een groep gemzen, kwamen vannacht over de puinhelling naar beneden denderen, vermoedelijk om te drinken bij de rivier. Daarbij trapten ze hele keienregens los. Flinke brokken ploften naar beneden, nèt naast onze tent. Koos had dan wel een klein muurtje gestapeld
( 30cm), maar dikke keien, die op springen of uit elkaar spatten, gaan dwars door de tent heen en dan is het einde
verhaal. Ik was dus doodsbang vannacht.
Ik ben blij dat het licht is om 5.45 uur en ik ga me vast wassen bij de rivier de Gordolasque. Deze ontspringt in de Mercantour - hij stroomt uit het Lac des Fous, bij refuge de Nice - waar wij wild gekampeerd hebben op de
GR 52. Om 7.30 uur lopen wij volgepakt weer verder, gelukkig, weg van de gevaarlijke puinhelling.
Eerst hebben we een stukje asfaltweg en dan gaan we door een fraai bos naar Flaut (866m). Daar is een picknickplaats met drie oerlelijke bunkers van de Italianen in 1940-1945. Dit gebied was n.l. vóór de oorlog Italiaans. Pas na 1945 is het in Franse handen gekomen als herstelbetaling van Mussolini. In het boekje staat dat hier water is bij de bunkers, maar dat hebben we nergens kunnen vinden.
We zakken wat af tot een waterkanaal en een grasveldje bij wat huizen en daar gaan we ontbijten met brood en jam. Daarna dalen we verder af over een overwoekerd pad tot diep in de kloof van de Rau. Hier was een bivak onmogelijk geweest en bovendien was het gisteren veel te ver geworden. Daarna gaan we weer omhoog naar Bollène-Vésubie.
Om 10 uur zitten we op een terrasje aan de koffie. Heerlijk. We genieten er echt van. Ook van de stoel. De hele tijd op de grond zitten wordt ook vermoeiend op den duur. Daarna kunnen wij het pad niet zo goed vinden. Slecht gemarkeerd in het dorp. Een man in het dorp die we de weg vragen, stuurt ons helemaal de verkeerde kant op. Wat een ellende. Trap op trap af en weer verkeerd. We zijn zo een half uur kwijt èn veel energie.
Uiteindelijk moeten we via trappen helemaal naar beneden. We komen langs een antieke rioolzuivering, die erg stinkt en naderhand zijn afvalwater loost op het waterkanaal en de rivier. Dit kan beter Fransen!!
We zitten nu op 485 m en gaan nu weer zigzag omhoog door het bos. Onderweg komen we twee Franstalige
Belgen tegen. Ze zijn helemaal stuk. Ze combineren de GR 52 met de GR 52 A en doen te grote afstanden per dag (tijdgebrek en toch veel willen doen). Ze hebben ook te weinig water. We troosten ze, nog even afdalen en dan weer omhoog en jullie zitten in Bollène-Vésubie.
We zigzaggen met lange halen verder omhoog en gaan picknicken. We denken dat we de zigzaggen al bijna gehad hebben, maar dat is niet waar. Pas om 2 uur komt er een eind aan. We zijn dan op 1127 m vlak bij de Cime d´Escaletta. Nu volgt een goed bospad op vals plat. We hebben nog 10 km te gaan voor Col de Turini. Na een tijdje wordt het zelfs een breed bospad, geschikt voor brandweerauto´s en bomenrooiers.
Tegen de tijd dat je denkt, het wordt nu wel saai, gaan we via een klein, steil bospad omhoog naar 1476 m. We komen vier Duitsers tegen. Dertigers, schat ik zo, met te veel overgewicht. Ze zijn helemaal stuk. Vermoedelijk te weinig water en te weinig ervaring met grote afstanden. Tja, je kan beter eerst een oefenrondje maken en niet meteen een GR gaan lopen. Wij moeten nog ongeveer 5 km vals plat door kleunen. Elke drie kwartier stoppen we even. We hebben nu niet veel water meer. Gelukkig komen we nog twee piepkleine stroompjes voor Coco tegen. Met de tong op de grond, haalt hij er nog vocht uit, en het spaart ons water.
Uiteindelijk komen we om 17.15 uur aan op Col de Turini na 2100 m hoogteverschil door de dag heen en 18,5 km.
De mevrouw van de camping in St. Martin had gelijk. Dit was een lange etappe en je moet hem halen.
Belgen tegen. Ze zijn helemaal stuk. Ze combineren de GR 52 met de GR 52 A en doen te grote afstanden per dag (tijdgebrek en toch veel willen doen). Ze hebben ook te weinig water. We troosten ze, nog even afdalen en dan weer omhoog en jullie zitten in Bollène-Vésubie.
We zigzaggen met lange halen verder omhoog en gaan picknicken. We denken dat we de zigzaggen al bijna gehad hebben, maar dat is niet waar. Pas om 2 uur komt er een eind aan. We zijn dan op 1127 m vlak bij de Cime d´Escaletta. Nu volgt een goed bospad op vals plat. We hebben nog 10 km te gaan voor Col de Turini. Na een tijdje wordt het zelfs een breed bospad, geschikt voor brandweerauto´s en bomenrooiers.
Tegen de tijd dat je denkt, het wordt nu wel saai, gaan we via een klein, steil bospad omhoog naar 1476 m. We komen vier Duitsers tegen. Dertigers, schat ik zo, met te veel overgewicht. Ze zijn helemaal stuk. Vermoedelijk te weinig water en te weinig ervaring met grote afstanden. Tja, je kan beter eerst een oefenrondje maken en niet meteen een GR gaan lopen. Wij moeten nog ongeveer 5 km vals plat door kleunen. Elke drie kwartier stoppen we even. We hebben nu niet veel water meer. Gelukkig komen we nog twee piepkleine stroompjes voor Coco tegen. Met de tong op de grond, haalt hij er nog vocht uit, en het spaart ons water.
Uiteindelijk komen we om 17.15 uur aan op Col de Turini na 2100 m hoogteverschil door de dag heen en 18,5 km.
De mevrouw van de camping in St. Martin had gelijk. Dit was een lange etappe en je moet hem halen.
We gaan naar ons gereserveerde hotel Les Trois Vallées en nemen een heerlijk pilsje op een zonnig terras. Prima.
Daarna volgt een verrukkelijke douche. Wa fijn, oh wa fijn. En dan een perfekt diner op het terras. Super, super. Echt aan te bevelen, dit hotel. De hal en de eetzaal binnen hangt helemaal vol met foto's van de ralley van
Monte Carlo. De deelnemers stoppen altijd hier.
Daarna volgt een verrukkelijke douche. Wa fijn, oh wa fijn. En dan een perfekt diner op het terras. Super, super. Echt aan te bevelen, dit hotel. De hal en de eetzaal binnen hangt helemaal vol met foto's van de ralley van
Monte Carlo. De deelnemers stoppen altijd hier.
Woensdag, 25 juli, 2012 Col de Turini - Moulinet
Na een heerlijk ontbijt met broodjes, melk en yoghurt, gaan we om 8.15 uur weer op pad. De lucht is wederom staal blauw en het is nog lekker fris op de col. Eerst moeten we 100 m omhoog over een skipiste, maar al gauw gaan we rechtsaf over een fraai bospad. Het lijkt hier wel een beetje op Luxemburg. Dan dalen we af naar Baisse de Patronel op 1607 m. Qua hoogte zijn we dus nog niets opgeschoten sinds Turini. We dalen verder af en het wordt steeds warmer. Ook de vegetatie wordt weer wat meer mediterraan, met tijm, lavendel en rozemarijn.
Om 12 uur zijn we al in Moulinet. Fijn, gaan we eerst een salade eten op het terras...
Mooi niet. Het eerste restaurantje is alleen 's avonds geopend op afspraak en het tweede restaurant: Le Trou du Renard - het Vossehol dus, serveert alleen drankjes op het terras en niet eens van harte. Eten werd alleen gekookt voor de bejaarden van het dorp.
Nou, dan maar gauw naar het enige dorpswinkeltje. Het zit op een pleintje en bestaat uit een cafeeke met daarachter een zéér beperkt winkeltje. Hij gaat over 5 minuten dicht, dus ik heb nog geluk. (12.30 uur) want hij gaat pas weer open om 18.30 uur. Wat een tijden! Past niet bij Hollanders. Ik koop wat voor vanavond + melk en 2 bier voor Koos. Dan nu maar alles meesjouwen. Het brood was helaas uitverkocht, dan maar pain grillé, als variant op de hartkeks en het is ook licht, dus gemakkelijk mee te nemen.
Vooruit, naar het noorden van Moulinet, daar moet ergens de boerencamping Le Seuillet liggen. Verdorie, da's nog een eind vals plat omhoog lopen over het asfalt. Nog geluk dat er weinig verkeer is. Op het laatst nog flink omhoog naar een echte boerencamping. Een paar veldjes, schapen en geiten op een steile helling en een groot kippenhok. Daarentegen een klein bloc sanitair met van alles één, maar we redden ons wel. Er zijn maar drie veldjes bezet, inclusief ons.
We gaan eerst maar eens in de schaduw een beetje eten en rusten. Dan zoeken we een plekje achter het kippenhok, waar we de tent opzetten. Om vier uur begint het te onweren. Mooi geluk dat we niet onderweg zijn, maar naast de tent zitten. Beschutting op 10 cm afstand. Maar het stelt allemaal niet zoveel voor. Na een kwartiertje is het weer droog. Het is muisstil op de camping. Er staan twee Franse stellen bij elkaar, die zitten te kaarten en een Nederlands gezin dat contactgestoord is.
Na een heerlijk ontbijt met broodjes, melk en yoghurt, gaan we om 8.15 uur weer op pad. De lucht is wederom staal blauw en het is nog lekker fris op de col. Eerst moeten we 100 m omhoog over een skipiste, maar al gauw gaan we rechtsaf over een fraai bospad. Het lijkt hier wel een beetje op Luxemburg. Dan dalen we af naar Baisse de Patronel op 1607 m. Qua hoogte zijn we dus nog niets opgeschoten sinds Turini. We dalen verder af en het wordt steeds warmer. Ook de vegetatie wordt weer wat meer mediterraan, met tijm, lavendel en rozemarijn.
Om 12 uur zijn we al in Moulinet. Fijn, gaan we eerst een salade eten op het terras...
Mooi niet. Het eerste restaurantje is alleen 's avonds geopend op afspraak en het tweede restaurant: Le Trou du Renard - het Vossehol dus, serveert alleen drankjes op het terras en niet eens van harte. Eten werd alleen gekookt voor de bejaarden van het dorp.
Nou, dan maar gauw naar het enige dorpswinkeltje. Het zit op een pleintje en bestaat uit een cafeeke met daarachter een zéér beperkt winkeltje. Hij gaat over 5 minuten dicht, dus ik heb nog geluk. (12.30 uur) want hij gaat pas weer open om 18.30 uur. Wat een tijden! Past niet bij Hollanders. Ik koop wat voor vanavond + melk en 2 bier voor Koos. Dan nu maar alles meesjouwen. Het brood was helaas uitverkocht, dan maar pain grillé, als variant op de hartkeks en het is ook licht, dus gemakkelijk mee te nemen.
Vooruit, naar het noorden van Moulinet, daar moet ergens de boerencamping Le Seuillet liggen. Verdorie, da's nog een eind vals plat omhoog lopen over het asfalt. Nog geluk dat er weinig verkeer is. Op het laatst nog flink omhoog naar een echte boerencamping. Een paar veldjes, schapen en geiten op een steile helling en een groot kippenhok. Daarentegen een klein bloc sanitair met van alles één, maar we redden ons wel. Er zijn maar drie veldjes bezet, inclusief ons.
We gaan eerst maar eens in de schaduw een beetje eten en rusten. Dan zoeken we een plekje achter het kippenhok, waar we de tent opzetten. Om vier uur begint het te onweren. Mooi geluk dat we niet onderweg zijn, maar naast de tent zitten. Beschutting op 10 cm afstand. Maar het stelt allemaal niet zoveel voor. Na een kwartiertje is het weer droog. Het is muisstil op de camping. Er staan twee Franse stellen bij elkaar, die zitten te kaarten en een Nederlands gezin dat contactgestoord is.
Met een hond op trektocht ben je echt maatje.
Donderdag, 26 juli, 2012 Moulinet - Sospel
Owee, owee, 's morgens om 4 uur beginnen drie hanen te kraaien in een potdicht kippenhok (de boer had ze
's avonds opgesloten), waar wij pal naast staan. Die hanen gaan continue door tot 7 uur. Als ik daar als kip tussen zou zitten kregen ze wel een vlerk van mij om hun oren. Stelletje lawaai papagaaien!!!
We zijn toch vroeg wakker, dus we lopen al om 7 uur. Het wordt weer warm vandaag. Er komt geen eind aan. In het dorp lopen we verkeerd omdat we een markering over het hoofd zien, die ergens hoog boven ons op een hoek op de regenpijp blijkt te staan. Dit kost ons een half uur. Trappen op, trappen af en nog een keer. Onnodige energie verspilling. Je kan n.l. op drie manieren het dorp zuidwaards verlaten. Je moet de middelste mogelijkheid hebben. Niet te hoog, niet te laag.
Donderdag, 26 juli, 2012 Moulinet - Sospel
Owee, owee, 's morgens om 4 uur beginnen drie hanen te kraaien in een potdicht kippenhok (de boer had ze
's avonds opgesloten), waar wij pal naast staan. Die hanen gaan continue door tot 7 uur. Als ik daar als kip tussen zou zitten kregen ze wel een vlerk van mij om hun oren. Stelletje lawaai papagaaien!!!
We zijn toch vroeg wakker, dus we lopen al om 7 uur. Het wordt weer warm vandaag. Er komt geen eind aan. In het dorp lopen we verkeerd omdat we een markering over het hoofd zien, die ergens hoog boven ons op een hoek op de regenpijp blijkt te staan. Dit kost ons een half uur. Trappen op, trappen af en nog een keer. Onnodige energie verspilling. Je kan n.l. op drie manieren het dorp zuidwaards verlaten. Je moet de middelste mogelijkheid hebben. Niet te hoog, niet te laag.
We dalen helemaal af naar een riviertje en hebben dan een fraai, doch steil bospad omhoog. Later wordt het een brede gruisweg. Dan volgt een smalle balkonweg met diepe gaten. Niet echt mijn favoriet. Bij paal nr. 15 - Pas de la Capelette - kan je rechtuit over een smalle graat en dan zeer steil naar beneden - niet voor hoogtevrezers - of gewoon de
GR 52 A volgen naar rechts. Ook hier smalle paadjes - maar het gaat. We gaan naar Granges de Cuous bij paal nr. 50.
Het bestaat uit één ruïne van een oude boerderij met een heerlijke pruimenboom met eierpruimen. We komen net op het juiste moment langs. Hoe kan hij het doen in dit kurkdroge gebied?? Zelden zulke lekkere pruimen gegeten.
Bij paal 51 is er een splitsing.
Mogelijkheid 1 = weer terug naar boven naar dezelfde hete helling waar we vanaf kwamen, maar nu iets lager aanhouden op de helling. Dit pad is totaal overwoekerd. Koos probeert het 20 meter, maar er is geen doorkomen aan. Mogelijkheid 2 = een goed pad naar beneden volgen, welke regelmatig belopen is. Deze weg is geel gemarkeerd en we besluiten deze te volgen. We komen bij de brug van Fountan, bij paal nr. 52.
Een hele fraaie kloof. We lopen voor 90 % door het bos langs een steile helling - maar wel min of meer op gelijke hoogte en we volgen de rivier de Guiou. Een schitterende vallei. Een geweldig mooi en goed belopen pad, wat licht op en neer gaat. Halverwege kom je een waterkanaal tegen. Heel fijn om onze watervoorraad aan te vullen en onze Coco gaat er languit voor liggen.
Bij paal nr. 54 kom je bij een brug op de weg uit. Het is de D 2566 van Sospel naar Col de Turini. We volgen deze weg even naar links en bij paal 55 hebben we de GR 52 A weer te pakken en dalen we rechts langs de weg af. Meteen weer rechts (goed opletten) een klein paadje naar de rivier volgen. Over de baileybrug over de rivier, even naar links en dan rechts een steil pad omhoog nemen tot je bij een weg uitkomt. Dit is een stevige klim naar paal 79. Dan deze rustige
weg nog 6 km volgen tot Sospel. Het pad is wel lang, maar loopt relatief snel omdat het vals plat naar beneden gaat.
Om half 4 zitten we op een terrasje bij 32 graden achter bier en cola. De GR 52 A zit er op.
Retour per trein naar Nice en de bus naar St. Martin de Vésubie. De cirkel is weer rond.
GR 52 A volgen naar rechts. Ook hier smalle paadjes - maar het gaat. We gaan naar Granges de Cuous bij paal nr. 50.
Het bestaat uit één ruïne van een oude boerderij met een heerlijke pruimenboom met eierpruimen. We komen net op het juiste moment langs. Hoe kan hij het doen in dit kurkdroge gebied?? Zelden zulke lekkere pruimen gegeten.
Bij paal 51 is er een splitsing.
Mogelijkheid 1 = weer terug naar boven naar dezelfde hete helling waar we vanaf kwamen, maar nu iets lager aanhouden op de helling. Dit pad is totaal overwoekerd. Koos probeert het 20 meter, maar er is geen doorkomen aan. Mogelijkheid 2 = een goed pad naar beneden volgen, welke regelmatig belopen is. Deze weg is geel gemarkeerd en we besluiten deze te volgen. We komen bij de brug van Fountan, bij paal nr. 52.
Een hele fraaie kloof. We lopen voor 90 % door het bos langs een steile helling - maar wel min of meer op gelijke hoogte en we volgen de rivier de Guiou. Een schitterende vallei. Een geweldig mooi en goed belopen pad, wat licht op en neer gaat. Halverwege kom je een waterkanaal tegen. Heel fijn om onze watervoorraad aan te vullen en onze Coco gaat er languit voor liggen.
Bij paal nr. 54 kom je bij een brug op de weg uit. Het is de D 2566 van Sospel naar Col de Turini. We volgen deze weg even naar links en bij paal 55 hebben we de GR 52 A weer te pakken en dalen we rechts langs de weg af. Meteen weer rechts (goed opletten) een klein paadje naar de rivier volgen. Over de baileybrug over de rivier, even naar links en dan rechts een steil pad omhoog nemen tot je bij een weg uitkomt. Dit is een stevige klim naar paal 79. Dan deze rustige
weg nog 6 km volgen tot Sospel. Het pad is wel lang, maar loopt relatief snel omdat het vals plat naar beneden gaat.
Om half 4 zitten we op een terrasje bij 32 graden achter bier en cola. De GR 52 A zit er op.
Retour per trein naar Nice en de bus naar St. Martin de Vésubie. De cirkel is weer rond.